zaterdag 21 september 2019

PLASDAGBOEK

'Venus!' 'Ja', zeg ik en leg de Linda weer terug. De huisarts zit al achter haar bureau als ik binnen stap. Mijn tas leg ik op de rechterstoel, op de linker ga ik zitten. Ze tuurt op haar scherm, de dokter. 'Zo, er  zou een echo gemaakt worden, maar ik heb nog niks ontvangen?!' 'Klopt', zeg ik terwijl de dokter zich naar me toedraait, 'ik moet nog een afspraak maken, had het erg druk en moest ook nog naar de oogkliniek, weet je nog? Daar kon ik snel terecht, ik was daar zaterdag en gelukkig was alles goed.' Ze kijkt snel op haar scherm, scrollt, gaat er niet op in maar kijkt geĆ«rgerd.
'U had moeite met uitplassen, toch?' Ik hum. 'Nee', denk ik echter, 'dat zag ik op de verwijsbrief voor de uroloog staan, dokter, dat je dat erop had geschreven, maar daar heb ik juist geen last van. Dat heb ik je vorige keer, drie weken terug, toch verteld. Je luistert niet. En wat raar eigenlijk, dat je denkt dat ik nu al bij de uroloog ben geweest, zo snel al. Gelukkig heb ik wel mijn plaspatroon bijgehouden, dat stukje huiswerk heb ik wel gedaan.'
'Kijk', zeg ik en rits mijn tas open. 'Kijk, hier heb je mijn plasdagboek. Eigenlijk heb ik het steeds op mijn mobieltje bijgehouden, wat ik dronk en hoeveel en wanneer ik plaste. En daarna heb ik het op dit formulier, uhm, in dit plasdagboek gezet. Ik kon maar 1 dag kwijt en ik vond het lastig te meten, hoeveel ik per keer plas, bedoel ik, ik heb daar geen bekertje voor. ('En ik ga op mijn werk echt niet met een maatbekertje of iets dergelijks naar de wc', denk ik erachteraan. ) Maar ik zeg dat maar niet want ze kijkt echt boos nu. 'Tja, u koopt zo'n maatbekertje toch gewoon bij de Action!'
Ik schuif het plasdagboek naar haar toe, ze draait hem om. 'Ik snapte het niet goed', zeg ik. 'Er staan tijden voor overdag, maar dat is tot 15.00 uur. Niet alleen ontbreekt de na-middag, maar ook het avonddeel. Het gaat direct over naar de nacht. Ik heb het zo goed en kwaad als het ging toch maar ingevuld. En zelf bedacht hoeveel de plas per keer qua milliliter zou kunnen zijn. Geschat, dus.' 'Nee, dat kan zo niet, mevrouw.' De dokter schudt haar hoofd.  'U moet het heel precies invullen en die getallen zijn geen tijden, maar de keren dat u plast, overdag, 's avonds en daaronder de keren dat u 's nachts plast. En u houdt ook bij wat u drinkt, ook heel precies.' 'Ooooh', zeg ik. 'Sorry, ik had er dus echt niks van begrepen.'
'Het moet over. Maak maar een nieuwe afspraak.' 'Wtf', denk ik. 'Waar gaat dit eigenlijk over. Ik heb bijna wel zeker een urineweg-infectie. Rotpijn bij het plassen en ik word 's nachts wakker van de aandrang. Ik krijg de kans niet  er hier over te vertellen, want je luistert niet. En er staat foute informatie voor de uroloog op het aanvraagformulier, dingen die je zelf hebt bedacht en die ik juist niet heb gezegd. Ondertussen heb ik die rotklachten nog steeds en moet ik een stom plasdagboek bijhouden en ook nog eens naar het ziekenhuis voor een echo. Dat kost me een dagdeel, op zijn minst! Met mijn drukke werkweken. Ik heb goddomme wel wat beters te doen. ' Maar, dat denk ik. Dat zeg ik niet.  Ik sta op en pak mijn tas.
'Wacht,' zegt de dokter. 'Vorige keer voelde ik iets bij het inwendig onderzoek.  Dat was ontlasting, gelukkig. Maar ik ga u weer onderzoeken.' En ze trekt het gordijntje rond het onderzoeksbed al dicht. 'Maar', denk ik, 'waarom is dit nu weer?' 'Sorry, ik had hier niet op gerekend', zeg ik, 'anders had ik andere kleding aangedaan, dit is rottig uittrekken.' 'Hoeft niet, trek uw panty maar naar beneden en doe uw rok omhoog.' Volgzaam ga ik maar weer liggen en laat me onderzoeken. Voor en achter. Niks te vinden. 'Nee, mind you', denk ik, 'maar toch raar, want die ontlasting zal er nu heus ook weer zitten. Ik begrijp er echt niks meer van.'
Terwijl ik me onhandig aankleed, zit de dokter alweer te tikken. 'Oh ja, lever ook uw plasje maar in van de week.' 'Maar, denk ik, dat heb ik vorige keer, drie weken terug ook al gedaan en toen is er niks gevonden.' 'Oh, goed,' zeg ik echter. 'Ik zie u wel terug als de echo er is. Dag.' Ze geeft me een hand maar ik krijg geen nieuw plasdagboek mee. Ik vraag er ook niet om.
'Je bent ook geen goeie patiente, Venus', zegt mijn man als ik weer thuis ben en mijn relaas doe. Hij kan het weten, want hij werkt in de gezondheidszorg. 'Ze hebben er nu eenmaal te maken met allerlei protocollen. Dit was er zo een: het plasdagboek plus een echo.' Ik zucht en ga maar weer eens een schrijnend plasje doen.

maandag 16 september 2019

JOHAN!

'Spaart u ook voor de speciale actie?' 'Nee', knik ik terwijl ik mijn pinpas weer opberg. De cassiere duwt mijn boodschappen door, ze rollen door over de band naar links.
De band rechts ligt nog vol. Een vrouw - van naar ik schat midden zestig - pakt stuk voor stuk haar boodschapjes van de band en doet ze in haar tas. Maar die handeling heeft niet haar volledige attentie. Nee, ze richt haar aandacht op haar echtgenoot die is aangeland bij de vitrine van de inpandige visboer. Die heeft de verse haring, nog warme gerookte makreel, sprotjes, gebakken scholletjes, kibbeling en noem maar op, prachtig uitgestald. Hij staat met zijn handen op zijn rug lichtjes voorovergebogen te watertanden voor de vitrine. Zijn vrouw bijt op haar lip en schudt zuchtend haar hoofd. 'Johan', roept ze. Hij hoort haar niet. Met kracht gooit ze een pakje soep bovenop de andere spullen, tilt de tas van de band en doet een paar stappen richting visboer. 'Johan', snerpt ze nu en schudt weer haar hoofd. Schuldbewust kijkt hij op, haar Johan. 'Ik dacht... misschien lekker voor straks op brood, Truus.' Truus loopt alvast richting uitgang. Met kloeke pas, de volgeladen tas schuurt bij elke stap tegen haar been. Johan laat zijn handen zakken en loopt in haar kielzog naar de buitendeur.
Ik app mijn man: 'Zal ik een visje meenemen? Harinkie doen?