donderdag 24 december 2020

PAKKETBEZORGER OP KERSTAVOND

Terwijl we kijken naar die docu over de verderfelijke invloed van social media - je bent 'n  product als gebruiker, een product dat de hele dag wordt gemeten op basis van algoritmes,  je wordt een soort van gehersenspoeld en verslaafd gemaakt aan al die bliepjes en berichtjes - hoor ik achter mijn huis de pakketbezorger inparkeren. 

'Weet je', zeg ik tegen mijn man, 'dat geluid van die pakketbezorgbussen is inmiddels net zo verslavend als de bliepjes uit je phone. Zit ik op de bank en hoor ik zo'n busje aan komen rijden, dan strek ik mijn nek om te kijken of hij bij ons achter stopt. Omdat ik denk: 'Misschien zit er wel een pakje voor ons tussen. 'Terwijl dat negen van de tien keer helemaal niet het geval is. We zijn nog net niet gehersenspoeld door die pakket-bezorgdiensten, of eigenlijk de bol punt com's en consorten, maar het begint er aardig op te lijken, toch? ' 

Mijn man humt en kijkt stug door naar de docu. Ik hoor iets in de voortuin. Voetstappen. Gerommel aan mijn schuurdeur. Yes!! Het langverwachte Kerstcadeau wordt bezorgd. Ik had uit voorzorg al een briefje opgehangen aan de brievenbus: 'Beste pakketbezorger, het pakje mag je in de schuur leggen, groetjes, Venus.' Dus dat doet hij natuurlijk, nu. Dit scheelt tijd, zowel bij de bezorger die - zoals ik laatst hoorde per dag zo'n 130 adressen langsgaat - als bij mij, want vaak zit ik net op de wc of op zolder en dan hoor ik de bel. Of ik hoor de bel juist niet omdat die altijd stuk is. Maar dan hoor ik wel - net te laat - die voetstappen en het gerommel in mijn voortuin. Voordat ik dan mijn billen heb geveegd, heb doorgetrokken etc etc en/of naar beneden ben gespoed, is de bezorger alweer vertrokken. Met achterlating van het pakket. 

Want, ja, tegenwoordig laten de bezorgers het pakket gewoon in de voortuin liggen als je niet snel genoeg open doet. Vorige maand, toen we een lang weekend weg waren, is er een heel groot pakket - een broodbakmachine - bezorgd en omdat we niet thuis waren, heeft de bezorger het pakket in de tuin laten staan. Weliswaar ietsje verscholen achter een grote plantenbak, maar toch. Het heeft drie dagen in de regen en mist gestaan. Gelukkig is het niet gepikt of aangetast: we hebben inmiddels al vier zelfgebakken broden verorberd. 

Anyway, mijn langverwachte Kerstcadeau voor de man is bezorgd en ligt netjes in de schuur. Ik breng het snel naar boven en schuil het daar op. Beneden gekomen ga ik naast de man zitten om weer verder te kijken naar die docu over verslaving aan social media. Ineens hoor ik een zwaar grommend geluid in mijn voortuin. Ik buig iets naar voren en zie een groot wit vlak zo'n beetje schuinsweg in mijn tuintje staan. Ik sta op en doe een stap naar voren en zie dat het een grote, hoge witte bus is.  'Het is de pakketbezorger, moet je eens kijken, joh. Hij staat gewoon half in onze voortuin!!'  Mijn man staat nu naast mij.  Samen lopen we naar het aanrecht voor het raam en hangen naar voren om het gedoe te aanschouwen. 

We zien de bus alle kanten op schudden. Wat is er gaande? Ik kan het niet helemaal direct bedenken: hij schiet een stukje naar voren, staat stil met ronkende motor, grote grijze uitlaatdampen verspreidend in mijn tuintje, dan schiet hij met een ruk naar achteren en rijdt daarbij ietsje omhoog, over iets heen. 'Verdomme, joh, hij zit klem met die kar en rijdt zo dwars over ons rotstuintje heen! Moet je zien, wat een zak tabak!!'  Alsof hij mij heeft horen schelden, geeft de pakketbezorger nu echt volgas, rijdt nog een keer over mijn rotstuintje heen en schiet dan links en rechts wiegend met die hoge grote bus, over de horizontale wegversperring langs de stoep de straat op. 'Tjeeeeeezus, wat een aso!! Mijn tuintje!!!' Ik vlieg naar buiten en bekijk de schade. Raap de rotsjes die de pakketbezorger in zijn vlucht mee nam op en leg ze weer terug daar waar ze horen. Tussen de tijm, de nog bloeiende Magrietjes en de vetplantjes. 

'Ik ga meteen een klacht indienen, wat een gedrag, zeg!' Ik klik het 'Uw pakket is bezorgd om 22.10 uur'- mailtje open en zoek naar een linkje naar de klachtenafdeling. Vind 'm niet. 'Joh', zegt mijn man, 'moet dat nou? Moet je kijken, die arme stakker is na tien uur 's avonds nog aan het bezorgen. Dat is toch zielig? Wie weet werkt hij vandaag al 15 uur achter elkaar!'  'Ja, dat is waar, eigenlijk zou hij voor acht uur komen,  wat al laat is, maar hij had het waarschijnlijk zo idioot druk, nu, met al die kerstpakjes. Toen werd het later en later. En hij wil natuurlijk ook gewoon nog een klein beetje op tijd thuis zijn, bij zijn gezin. Arme stakker. ' Ja', zegt de man,  'die wil natuurlijk Kerstavond vieren met zijn vrouw en kindertjes.'  

Beschaamd klik ik de mail weer dicht, schuif tegen mijn mannetje aan en samen kijken we weer verder naar die docu over verslaving aan social media. 



zondag 13 december 2020

DAKLOZE KAUTJES

We hebben ze hun huis afgenomen. Hun veilige onderkomen. Ze hebben niks meer, geen dak boven hoofd, geen warm bedje van bladeren en stro en geen schuilplek en uitkijkpost meer. 

Elke ochtend bij het krieken van de dag klinkt er een luid gehamer boven mijn hoofd. Dat duurt al een maandje of drie. Eerst dacht ik dat de buren aan het klussen waren. Ik vroeg me af waarom ze alleen 's ochtends vroeg aan het timmeren waren. Waarom ze na een klein uurtje weer stopten. Misschien omdat rond negen uur de eerste klanten van de buurvrouw kwamen om hun haar bij haar te laten knippen? Ik kon het niet goed plaatsen. Totdat ik vanuit mijn warme bedje nog eens goed luisterde. Ik spitste mijn oren en focuste me op de bron van het geluid. Waar kwam het vandaan? Ik concludeerde dat het heel dichtbij was, boven het plafond van de slaapkamer zo'n beetje. En het kwam niet van binnen, maar van buiten. 

Ik stond op en keek door het raam de tuin in. Daar zag ik niks bijzonders. Toen verlegde ik mijn blik naar de bomen aan de rand van de tuin. Een paar musjes en twee koolmeesjes rommelden door het gebladerte. Dat kon het ook niet zijn. Toen werd mijn aandacht getrokken door twee verenpakken linksboven. De staarten van twee Kautjes! Ze staken uit over de dakgoot. Ik opende het raam, stak mijn hoofd naar buiten en keek omhoog. Twee zwarte gevederde staarten staken parmantig over de rand van de dakgoot. Ze hadden geen erg in mij, zo geconcentreerd als zij aan het hakken waren met hun snavels. 

'Parbleu, er zitten twee Kautjes. Die maken dat lawaai. Ze hakken met hun snavels op het nieuwe rastertje in de goot! Ze kunnen er niet meer bij en dat was altijd hun woning, daar op de hoek. Aaaah, we hebben ze hun huis afgenomen! Wat zielig. En nu hebben ze geen plekje meer om te leven. Arme Kautjes.' 

Drie maanden geleden kregen we een nieuwe dakgoot aan de achterkant van het huis. De vorige was lek en bij elke regenbui openbaarde zich een waterval. Het water stortte rechtstreeks vanuit het lek de tuin in. Wat aldaar weer ontaardde in grote plassen water en verzakkende tegels. Het kostte wel even wat, maar we besloten dat een nieuwe dakgoot onontbeerlijk was. 'De kost gaat voor de baat uit', zeiden we tegen elkaar. 'Want als we dit laten voortduren, verzakt onze tuin en moeten we die weer ophogen. En misschien stroomt er wel water ons huis in en maak dan je borst maar nat. Want dan zijn we nog verder van huis.' 

Dus we regelden een nieuwe dakgoot. 'Wilt u er een rastertje in zodat de vogels niet meer via de dakgoot onder het dak kunnen komen', vroegen ze vooraf. We antwoordden dat we dat wel wilden, want bij de aanleg van onze dakkapel jaren geleden, vertelde de aannemer dat de isolatie deels was weggepikt door vogels die via de dakgoot onder ons dak kropen. Dat wilden we niet meer, dat de isolatie werd vernaggeld.

We zijn blij met de nieuwe dakgoot. Geen Niagara waterval meer in onze achtertuin. Maar nu worden we dus elke ochtend wakker door het getimmer van twee Kautjes die hopen dat ze ooit het rastertje kunnen vernielen met hun grote snavels. Zodat ze hun huis weer in kunnen. Vermoedelijk blijven ze dit nog jarenlang doen. Volhouders zijn het. Dakloze volhouders, dat dan weer wel. 


zaterdag 5 december 2020

RODE ROZEN VOOR MAMMA

Ze staan daar zo ... met zijn vieren, heel dicht bij elkaar, zo vermoeid te zijn. Twee vrouwen voor, dicht bij de emmers vol bloemen en daarachter staan nog een vrouw en een man. Er hangt een grijze wolk om ze heen. Een wolk van verdriet. Ik zie in een oogopslag wat er net met ze is gebeurd. 

In het twinkelende licht van de kerstlampjes en de weerkaatsende versiering, stap ik rond tussen de uitgestalde bossen bloemen. Op zoek naar een paar mooie bossen voor mezelf, liefst in een zachte pastelkleur. Een bos met lange stelen en een bos met middellange stelen zoek ik. Zodat ze in die vazen kunnen op de koffietafel: de een  - de hoge - is van donkerblauw glas, de ander is van ijs-blauw glas. 'De kleur van IJsland', zei iemand eens. Ik vind wat ik zoek. ' Daar maak ik een mooie compositie van', denk ik en ik pluk twee bossen rozen uit de emmers. Een bos lange roze rozen en een bosje kortere lila rozen. 

Naast me is het viertal in gesprek. Ze praten heel zachtjes, met vermoeide stemmen. 'Dan kunnen we ze mooi naast mamma zetten, dan kan iedereen er een uit de vaas pakken als ze langs lopen.' De rest humt, is het er mee eens. 'Wat zullen we voor bloemen doen. Mamma houdt van rode rozen. Zullen we die doen?',  en ze wijst naar de rode hoge rozen vlak naast de roze die ik net pakte.  Terwijl ik nog verder zoek naar wat groen voor in de boeketten, voel ik de sfeer rond de vier mensen naast mij. Ze verkeren in hun eigen bubbel, zijn volledig op elkaar gericht en merken volgens mij niks en niemand op. Hun jassen hangen verdrietig om hun vermoeide lijven. Hun gezichten zijn grauw, alle vier hebben ze wallen en donkere vegen onder hun ogen. Ik denk aan de dag dat mijn schoonvader overleed. Diezelfde middag nog liepen wij ook zo, over ditzelfde plein. Boodschappen te doen, voor het bezoek en ook wij gingen naar deze zaak om alvast bloemen en een krans te regelen. 

Even later, bij het afrekenen, zie ik ze weer staan. Net als ik staan ze aan de toonbank, zij staan helemaal aan de andere kant. De oudste zus voert het woord. Haar broer en zussen staan heel dicht bij haar. Ze zeggen allemaal iets tegen de oudste zus, een beetje onsamenhangend, het kost ze moeite hun meningen samen te voegen tot een besluit. De verkoopster helpt ze vol gevoel en professioneel. ' Wat doet ze dat goed' , denk ik, terwijl ik mijn twee bossen rozen, prachtig tot boeketten opgemaakt door een andere verkoopster, van de balie pak en de bloemenzaak verlaat.