donderdag 25 juni 2020

DE DREUN

Raampjes open, warme lucht om m'n hoofd, ogen toegeknepen tegen 't felle licht. Eind van de middag en het is op z'n heetst: dertig graden.

Nu komen de mensen uit hun werk nog even snel boodschapjes halen, vooral veel drinken vermoed ik zo. Ik zie 'n mooi plekje aan de rand van het parkeerterrein en sla links af. Kan er niet door, want er staat een auto schuinsweg stil. De deur aan de bestuurderskant staat wagenwijd open. De bestuurder staat achter zijn auto, voor mij uit zicht. Ik zie 'm niet maar ik hoor 'm wel, want hij schreeuwt. Tegen een vrouw die ik wel kan zien. Ik zie haar schouders en haar hoofd, haar lange rode haar. Haar boze gezicht, wit en bezweet. Naast haar staat een vrouw, ik denk haar moeder, met kort haar. Ze is heel tenger, de moeder.  Ze valt haar dochter bij, schreeuwt ook tegen de man. 'Je moet opsodemieteren, oprotten', schreeuwt die. Wat de moeder roept valt daarbij in het niet: de dochter schreeuwt het hardst.

De man stapt weer in, knalt zijn deur dicht maar rijdt niet weg. Hij buigt zich naar de passagierskant en schreeuwt verder door het openstaande raampje. De vrouw met het rode haar schreeuwt woedend terug. Dat hij niet had uitgekeken en opgelet en dat hij uit had moeten kijken en had moeten stoppen voor ze. Dat hij een klootzak is.
Voor hem reden om weer uit zijn auto te stappen. Woedend beent hij op de vrouw met het rode haar af en verkoopt haar een dreun. Ze verweert zich, houdt haar armen voor zich maar duwt hem meteen ook weer terug. De man wankelt. Zij schreeuwt: 'Kankerhoer, kankerhoer. Wat zeg jij tegen mij?!' Je moet oprotten, jij!'  De moeder pakt haar phone, fotografeert en belt dan de politie.

Ik onderwijl ben achteruit gereden naar een ander parkeervak en ben klaar om uit te stappen. Maar ik kan niet zomaar weggaan, vind ik. Want de man ziet er vervaarlijk uit met zijn kaalgeschoren hoofd en zijn getatoeëerde armen. Confused blijf ik kijken. Welke man haalt het in zijn hoofd om een vrouw midden op straat, in het bijzijn van anderen - want ik ben niet de enige getuige - een dreun te verkopen?!

De actie van de moeder heeft echter tot gevolg dat de man snel instapt en met gierende banden weg scheurt. Ik vraag me af of ik mijn steun moet bieden. Dan zie ik dat er een jongeman bijstaat die zich om de vrouw met het rode haar bekommert. Ze ziet er nu ontredderd uit, lacht bibberig en laat hem haar arm zien. Blijkbaar heeft de man haar daar geraakt. De moeder staat nog steeds te bellen met de politie, stapt op hoge benen rond en vertelt wat wat er gebeurd is.
Ik ga toch maar boodschappen halen, besluit ik en zie dat de kaasboer en de bloemiste net naar binnen lopen. Die hebben blijkbaar ook ongerust staan kijken.

Als ik even later terug kom bij mijn auto, staat de politie er al. De vrouwen zijn vermoedelijk met de agenten naar een koelere plek gegaan om aangifte te doen. Vast de snackbar, daar kun je tenminste zitten.
Ik laad mijn auto vol, geef gas en rijdt terug naar huis. Raampjes open, warme lucht als 'n föhn rond mijn hoofd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten