'For us this is memory lane', zegt mijn
man. 'I remember the bay and the restaurant. We stayed all day on the
beach, with other backpackers. There was only one restaurant, near
the path towards the camping' vertel ik enthousiast. ' It must have
been kind of Woodstock' , lacht de jongen achter ons.
Hij wil bij de bushalte uit stappen. We
hoeven hem niet helemaal naar het dorp te brengen; hij loopt het
laatste stuk naar zijn verblijfplaats over een onverhard pad. We zwaaien naar elkaar als onze
wegen zich scheiden. Hij lijkt op mijn zoon: tenger,
backpacker-outfit, zijn lange haar in een knot. Een tanige, bruine
huid door alle zon en buitenlucht.
De jongen heeft ons de weg uitgelegd
naar de baai. 'There is still a restaurant, with a wonderfull view
and the food is very good.' Ineens komt de baai in zicht. 'Ooooh, wat
mooi, het is veel groter dan hoe ik het me herinnerde. Wat
prachtig. Die zee, wat wild! Die rotsen! En die huisjes, die waren er niet. Het was hier kaal,
alleen maar rotsen!'
We stappen uit en kijken van bovenaf
naar de plekken die we ons nog van ruim 30 jaar terug herinneren.
'Daar raakten we een keer in de problemen toen het ineens heel snel hoogwater werd. We verzopen bijna, moesten zwemmend terug door de golven met onze tassen omhoog, weet je nog?En daar! Kijk, daar stond het restaurant. Boven de kreek en daar is het pad,
zie je. Die gaat steil naar boven, naar de camping. Die was daar, onder die sparren.'
We gaan eten in het nieuwe restaurant
dat tussen de huisjes staat op de rotsen. Doen onze bestelling bij de
ober. Binnen raken we aan de praat met een meisje van een jaar of 16. Ze maakt huiswerk aan een tafeltje. We vertellen over ons
verblijf vroeger en vragen naar het restaurant bij het strand. 'Dat
restaurant was van mijn opa', lacht ze. 'En ja', beaamt ze onze
enthousiaste verhalen, 'het was er altijd heel druk. Maar het moest
weg, het was niet legaal. Toen zijn ze dit restaurant begonnen. Nu
drijven mijn vader en moeder dit.' Er voegt zich een man bij het
gesprek. Ik vraag naar de camping. 'Daar werkte ik', zegt hij in het
Portugees. 'Maar die moest ook weg', vertaalt het meisje voor hem.
'De camping was ook niet legaal.' We lachen. 'Dat kon toen allemaal
nog, he? Zomaar een restaurant en een camping beginnen.' De man
blijkt haar vader te zijn, de huidige eigenaar van het restaurant.
'Er komen hier vast meer oude hippies, die vragen naar de dingen van
vroeger?' 'Ja, er komen veel mensen naar de dingen van toen vragen.'
We gaan naar buiten, nemen plaats op
het terras en kijken uit over de baai. Het eten wordt geserveerd. Het
is nog net zo goed als vroeger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten