zondag 13 december 2020

DAKLOZE KAUTJES

We hebben ze hun huis afgenomen. Hun veilige onderkomen. Ze hebben niks meer, geen dak boven hoofd, geen warm bedje van bladeren en stro en geen schuilplek en uitkijkpost meer. 

Elke ochtend bij het krieken van de dag klinkt er een luid gehamer boven mijn hoofd. Dat duurt al een maandje of drie. Eerst dacht ik dat de buren aan het klussen waren. Ik vroeg me af waarom ze alleen 's ochtends vroeg aan het timmeren waren. Waarom ze na een klein uurtje weer stopten. Misschien omdat rond negen uur de eerste klanten van de buurvrouw kwamen om hun haar bij haar te laten knippen? Ik kon het niet goed plaatsen. Totdat ik vanuit mijn warme bedje nog eens goed luisterde. Ik spitste mijn oren en focuste me op de bron van het geluid. Waar kwam het vandaan? Ik concludeerde dat het heel dichtbij was, boven het plafond van de slaapkamer zo'n beetje. En het kwam niet van binnen, maar van buiten. 

Ik stond op en keek door het raam de tuin in. Daar zag ik niks bijzonders. Toen verlegde ik mijn blik naar de bomen aan de rand van de tuin. Een paar musjes en twee koolmeesjes rommelden door het gebladerte. Dat kon het ook niet zijn. Toen werd mijn aandacht getrokken door twee verenpakken linksboven. De staarten van twee Kautjes! Ze staken uit over de dakgoot. Ik opende het raam, stak mijn hoofd naar buiten en keek omhoog. Twee zwarte gevederde staarten staken parmantig over de rand van de dakgoot. Ze hadden geen erg in mij, zo geconcentreerd als zij aan het hakken waren met hun snavels. 

'Parbleu, er zitten twee Kautjes. Die maken dat lawaai. Ze hakken met hun snavels op het nieuwe rastertje in de goot! Ze kunnen er niet meer bij en dat was altijd hun woning, daar op de hoek. Aaaah, we hebben ze hun huis afgenomen! Wat zielig. En nu hebben ze geen plekje meer om te leven. Arme Kautjes.' 

Drie maanden geleden kregen we een nieuwe dakgoot aan de achterkant van het huis. De vorige was lek en bij elke regenbui openbaarde zich een waterval. Het water stortte rechtstreeks vanuit het lek de tuin in. Wat aldaar weer ontaardde in grote plassen water en verzakkende tegels. Het kostte wel even wat, maar we besloten dat een nieuwe dakgoot onontbeerlijk was. 'De kost gaat voor de baat uit', zeiden we tegen elkaar. 'Want als we dit laten voortduren, verzakt onze tuin en moeten we die weer ophogen. En misschien stroomt er wel water ons huis in en maak dan je borst maar nat. Want dan zijn we nog verder van huis.' 

Dus we regelden een nieuwe dakgoot. 'Wilt u er een rastertje in zodat de vogels niet meer via de dakgoot onder het dak kunnen komen', vroegen ze vooraf. We antwoordden dat we dat wel wilden, want bij de aanleg van onze dakkapel jaren geleden, vertelde de aannemer dat de isolatie deels was weggepikt door vogels die via de dakgoot onder ons dak kropen. Dat wilden we niet meer, dat de isolatie werd vernaggeld.

We zijn blij met de nieuwe dakgoot. Geen Niagara waterval meer in onze achtertuin. Maar nu worden we dus elke ochtend wakker door het getimmer van twee Kautjes die hopen dat ze ooit het rastertje kunnen vernielen met hun grote snavels. Zodat ze hun huis weer in kunnen. Vermoedelijk blijven ze dit nog jarenlang doen. Volhouders zijn het. Dakloze volhouders, dat dan weer wel. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten