'Oei, de buurman! Laat 'm eerst maar voorbij gaan, even wachten nog en dan: de pas erin.'
Terwijl Lex voor mij uit kuiert, temporiseer ik mijn tred. Wat niet meevalt, want ik heb eigenlijk haast. Veel haast. Ik moet nog een treinkaartje kopen. Hij niet, weet ik, hij heeft een OV-jaarkaart. Want daar hebben we het een keer over gehad toen ik hem pardoes inhaalde en ik wel gedwongen was een praatje aan te knopen. Dan heb je het over zulke dingen.
In slakkengang loop ik achter hem aan naar het station. Op het perron verlies ik Lex uit het oog.
Dan, 's avond, wederom deze rituele dans. Voor mij uit kuiert Lex op zijn gemakje naar huis. Ik loop in aangepast tempo zo'n tien meter achter hem. Als ik ietsje voorbij de rotonde over moet steken, minder ik nog meer vaart. Er komen een paar auto's aan en je weet maar nooit of ze echt wel voor je willen stoppen. Vlak voordat ik oversteek kijk ik om me heen, ook naar achteren want daar vandaan kunnen fietsers aankomen. Zo'n tien meter achter mij ontwaar ik Carolien, mijn buurvrouw van vier huizen verderop. Ook op weg van het station naar huis. Als ze ziet dat ik haar zie, maakt ze een rare ingehouden slingerbeweging met haar lange lijf. Ze groet me niet. Kijkt zogenaamd naar iets in de verte.
Ik stap de weg op en zie vanuit mijn ooghoek dat zij als een tai chi beoefenaar over ingebeeld rijstpapier loopt. Heeeel voorzichtig en ingehouden, zodat zij voldoende afstand tot mij houdt.
Ik vervolg mijn weg. Ben bijna thuis nu, net als Lex. Net als Carolien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten