Helemaal in ons nopjes doorkruisen we de Hornbach. Werkhandschoenen, goede schep, scherpe tuinscharen en ander toebehoren: uit de schappen, hop, zo op de kar. De voorjaarsplantjes laten we dit keer voor wat het is; die beker laten we aan ons voorbij gaan. We gaan eerst de bliksemse boel thuis leegruimen en daarna alles opnieuw (laten) bestraten. Minder groen, geen overwoekerde borders meer vol riet en zevenblad. Wel veel meer zitplek en er komt zelfs een keurig tuinhuisje met overkapping.
'We anticiperen al aardig op de toekomst, vind je ook niet', grinnik ik. 'Je bedoelt, we hoeven bijna niet meer te tuinieren binnenkort?' 'Yup, scheelt ons veel rugpijn, stijve gewrichten en veel, heel veel tijd. Tijd die we liever besteden aan koffie drinken in de schaduw en aan het doornemen van de zaterdagkranten. Lekker ouwe-lullerig.' Mijn man grijnst terug.'Helemaal waar, Venus. Dit is vast de laatste keer dat we onze tuin opknappen, denk je ook niet? Over tien of vijftien jaar staan we voor de keus: blijven we hier nog wonen of gaan we naar een aanleunwoning?' 'Tjezus, ja. Snel al he?' 'Yup, zeker snel! Net zoals we komend jaar misschien voor het laatst ons huis nog een keertje restylen. Ook voor de laatste keer, vermoedelijk.' 'En,' besluit ik, 'als Snorro er binnenkort niet meer is, die gaat toch echt wel een keertje hemelen, denk je ook niet, met haar 25 jaar, zullen we ook vast geen nieuwe kat meer nemen. Of... misschien nog eentje. Want katten zijn wel heel erg leuk. Dat wordt dan wel onze laatste kat.'
Buiten gekomen banen we ons een weg tussen jonge stelletjes, hun karren volgeladen met voorjaarsplanten. Ons gereedschap gooien we in de achterbak en we gaan zitten. Ik pak een CD uit de jaren ' 90 en stop 'm in de speler. Mee zingend met Angie Stone tuffen we terug naar huis waar ons onze laatste tuinklus wacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten