'Ja, hij heeft het ook. Precies hetzelfde als ik.' Ik draai me op mijn rechterzij en zie hem weglopen. Nou ja, lopen. Waggelen, eerder. Stijve benen, een beetje kromgetrokken. Flap flap flap doen zijn voeten. Stijve enkels.
Een minuut of wat hoor ik hem heen en weer lopen over de overloop. Flap flap flap. Naar de badkamer. Daarna naar de kastenkamer. Gerommel in zijn kast, de strijkplank wordt uitgeklapt. Stoomstrijkijzer aan. De geur van vers gestreken overhemd kringelt mijn neus binnen. Klaar is hij, alles schoon, gestreken en aangekleed. Flap flap flap - op kousenvoeten weliswaar - maar toch onmiskenbaar flap flap flap, nu gaat hij de trap af, mijn man.
Daar hoor ik hem in de keuken bezig, de kraan stroomt, even later borrelt de waterkoker. Hij pakt de krant, deur open, rammelende deksel van de brievenbus, deur dicht. Flap flap flap door de gang. Schuivende stoel, hij gaat ontbijten en de krant lezen.
'Miauw'. Kijk aan, de poes is ook wakker en komt de trap op. Niet bepaald soepel, met haar kromme artrose-pootjes. Ook een soort flap flap flap maar dan anders. Ze is er, trippelt met haar stijve voetjes om mijn bed. Kijkt of ik wakker ben. Ik houd me slapende. Ze gooit er nog een paar fikse miauwen - want inmiddels behoorlijk doof - uit, pal naast mijn bed. Helder, ik, haar vrouwtje, moet meekomen. Haar ontbijt opdienen. Melk op een schoteltje serveren, hapje Kitkat in een bakje scheppen. Ik gooi mijn dekens van me af, benen overboord, zet mijn voetjes op de vloer. Ai. Stijf. En daar ga ik, flap flap flap, samen met Snorro met haar artrose-pootje de trap af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten