Het huis van Maria. Zo heet het hier. Domus de Maria. Het is een dorp in de bergen van Zuid-Sardinie en het telt nog geen 1700 inwoners. In de 17de eeuw werd het dorp gesticht door een aantal gezinnen dat zich had aangesloten bij een Piaster: een geestelijke die zorgde voor onderwijs voor iedereen, ook voor mensen uit de lagere sociale klasse. Heel sociaal en dat is terug te vinden in de omgangsvormen hier in het dorp. Het is hier vredig. En heel erg gelovig.
Domus de Maria ligt bij Chia. Dat is een streek die bestaat uit een reeks van prachtige witte strandjes. Bounty-strandjes noem ik het, wit-goud zand waar de golven van de azuurblauwe zee op stukslaan. Er zijn veel fraaie boetiek-hotels in Chia en grote huizen met oogstrelende tuinen, dure maar ook minder dure supermarkten en er is een aantal puike restaurantjes. Fruitstalletjes langs de weg, waar ze ondermeer de fameuze verse vijgen van deze streek verkopen.
Voor toeristen, zoals mijn man en ik, is het in Chia hemels. Maar wij verblijven niet in Chia, wij wonen er - tijdelijk - vlakbij, in Domus de Maria, lekker tussen de lokale mensen in. In een fraai appartementje met een groot terras vol potten met bloeiende planten. We huren het van Teressa Flores.
Vorige week, we waren hier nog maar net, vielen we met ons neus in de boter: Domus vierde feest. De feestweek werd ingeluid op vrijdag-avond met prachtige, wat klaaglijk gezongen liederen, begeleid door een gitarist die speelde als een flamenco-gitarist, maar dan zachter, minder heftig. Verwonderd luisterden we op het dorpspleintje naar de vier mannen in pak die ombeurten een stuk uit een lied zongen. Pas later begrepen we wat het was, we vonden het op internet. Gezongen gedichten. Vanaf zaterdag tot en met woensdag was er elke dag processie van de kerk in Domus naar de kerk in Chia. En de dag erna vice versa. Prachtig om te zien: een stoet van dorpsbewoners gekleed in Sardijnse klederdracht loopt door de bergen, tientallen mensen, jong en oud, man en vrouw, voor een grote prachtig opgetuigde ossenkar uit. De twee grote bruine ossen ook prachtig opgetuigd met bloemen en slingers. Op de kar een beeld van de beschermheilige, onder een glazen stolp. Onderweg strooien de processie-gangers met Mirre-takken en verse bloemen. De hele weg ligt ermee bezaaid en het ruikt verrukkelijk. De processie eindigt met een korte mis in de kerk, waar eerst het beeld is binnengebracht door een paar mannelijke processie-gangers.
Daarna gaan de processie-gangers naar huis, verkleden zich. De jonge vrouwen weer in spijkerbroek en mini-rok, hopla, linea recta door naar het dorpscentrum, waar feest wordt gevierd. Bandjes op het plein, lekker eten, snoeperijen, wijn en koud bier.
We wonen hier pal naast het gemeentehuis waarin ook de politie is gevestigd. Soms gaat er in het gemeentehuis een deur open, of een raam. En weer dicht. Dat is het enige teken van leven dat de ambtenaren hier laten zien. Recht tegenover het gemeentehuis, waar publieke voorzieningen zijn zoals een school en een sporthal (een immens grote tent waarin het opvallend koel is) ligt een pleintje voor de zaterdag-markt.
Naast het gemeentehuis is een cafe waar mijn man en ik elke ochtend elk twee cappo'tjes drinken. Vanochtend gaan we eerst boodschapjes halen op de markt. Vers fruit, verse groenten en plakken vis slaan we in. Alles ziet er hier even smakelijk, vers en mooi uit. Het is weer moeilijk kiezen. Daarna nemen we plaats op het terras van het cafe. In de schaduw kletsen we wat over ditjes en datjes, lachen om de brutale mus die telkens, zodra wij plaatsnemen, een potje komt schetteren en tieren. 'Die kleine met z'n grote snavel zegt dat we wat kruimels van onze koekjes moeten laten liggen voor hem.' We slurpen van onze koffie en kruimelen met de koek. Onderwijl kijken we naar de lokale bewoners die hier ook komen koffie-drinken. Een groep wielrenners strijkt neer. Klikklakkend op hun wielren-schoentjes, gestroomlijnde helmpjes op hun kop, uitbundige felgekleurde pakjes aan hun tanige lijven, stapt het groepje naar binnen. Even een espresso'tje drinken, plassen en daar gaan ze weer. Op hun snelle fietsen, de hete bergen weer in: de bikkels. Ook wij vertrekken. Zodra we opstaan, springt de mus van het muurtje en pikt de vloer onder onze stoelen schoon.
Omdat het vandaag erg warm is, besluiten we rustig aan te doen. We kuieren wat door het dorp, begluurd door bewoners die hun tuintjes bijhouden of door vrouwen die onderweg met elkaar staan te kletsen. Ik bedenk dat ik een schrift wil kopen. 'Ik ga zo even naar die kiosk, die naast de Bank de Sardegna, okay.' 'Prima, Venus, maar ik moet echt even naar de kapper hoor. Mijn haar zit voor geen meter.' 'Bella.' Niks leukers dan met hem mee gaan naar de kapper op plekken als dit; barbierszaken waar je zo binnen kunt lopen en waar je zonder afspraak wordt geknipt. Met alle egards wordt mijn man altijd genood plaats te nemen op een - meestal prachtige oude - barbiers-stoel met van die slijtplekken in de vloer eromheen. Ik ga dan wat zitten lezen in het lokale sufferdje en bekijk wat er gebeurt. De kapper die hele gesprekken voert met mijn man. Die - taalgevoelig als hij is - lachend terug praat. Meestal gaat het over voetbal, overigens. Met zijn kapsel komt het ook altijd goed, hij transformeert in dit soort landen altijd tot een look-a-like van George Clooney. Knap hoe ze dat doen hier.
Vandaag hebben we echter een beetje pech. De kapper blijkt 'even weg te zijn' aldus zijn vrouw. Een klant, een jonge jongen, hangt zo te zien al enige tijd op de kappers-stoel. Hij zit erbij of hij zijn roes uitslaapt. 'Je mag hier wachten hoor', zegt ze tegen mijn man. 'Okay, ik wacht', zegt hij en gaat zitten. Ik onderwijl ga naar de kiosk, mijn schrift kopen. Bij binnenkomst weet ik even niet wat ik zie: een explosie van leeswerk om me heen. Achter de toonbank zit een dametje op leeftijd te bellen, ze is amper zichtbaar achter de grote, rommelige stapels tijdschriften en kranten. De winkelruimte staat helemaal volgepropt met boeken, lectuur, schrijfwaren en... schriften. Alles ligt kris kras door elkaar. 'Deze dame heeft een niet al te hoge ordenings-need', denk ik terwijl ik doelgericht af stap op de schriften. Ik probeer er een uit een stapel te wurmen. 'Alore, signora... wat doet u daar?' Het dametje houdt haar hand voor haar mobieltje en kijkt mij streng aan. 'Uhm, no capito, excuse', stamel ik en trek verder aan de stapel schriften. Ik wil niet zo'n roze bambino-schriftje, ik wil er een voor volwassenen, die met dat ruimtevaartschip voorop. Maar die zit nog in het plastic en dat wil ik lospeuteren. Maar ik voel de blikken van het dametje dat nu helemaal stil is gevallen. 'Okay, dat bambino-schrift dan maar', mompel ik. Als ik voor de toonbank sta, wijst het dametje me op de kranten. 'Kijk, hier allemaal journales'. 'No, grazie', zeg ik en leg mijn roze kinderschriftje voor haar neer. 'Twee euro twintig', zegt ze en ik zoek het geld bij elkaar. Onderwijl gaat ze weer verder met bellen en doet alsof ze me niet ziet als ik het geld aangeef. 'Signora', zeg ik en leg het geld dan maar neer. ''Aaaah, excuse! Grazie.' 'Si, ciao, bon giorno.' Ik verlaat dit universum. Wandel terug naar de kapsalon alwaar mijn man nog steeds zit te wachten. Op de kapper die 'eventjes weg is'. Zijn vrouw en dochtertje hebben zich verplaatst en hangen nu buiten, voor de deur rond. Binnen, bij de entree ligt een piepklein matje, 30 bij 40 cm. Er ligt een zwarte pluk haar op. Dat geeft moed, hier wordt toch echt gekapt. Op de barbiers-stoel echter, hangt nog steeds de jongeman half over de leuning. Hij wordt net wakker, gaat rechtop zitten en schakelt zelf een ander radiostation in. De kwelende amateur zangeres maakt plaats voor nerveuze Italiaanse popmuziek. 'Wat erg, die muziek. ' 'Ja, net was het nog erger', mompelt mijn man, 'er stonden twee zenders dwars door elkaar heen aan te tetteren. Pop en klassiek.'
We hebben niet echt het idee dat de kapper nog gaat komen en verlaten ook dit universum. 'Ik kom terug op een ander moment', zegt mijn man tegen de vrouw van de kapper. 'Okay, ciao, arrivederci.' 'Si, ciao, bon giorno.' En we kuieren terug naar ons appartementje. Achter ons horen we moeder en dochter over ons praten. Thuis gekomen ruimen we onze boodschapjes op. Lekker, alles in de koelkast. Buiten, maar inmiddels ook binnen, is het behoorlijk warm.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten