Twaalf knoestige kerels en een tanig vrouwtje. Stuk voor stuk in overall of werkbroek met grote schoenen eronder. Verweerde koppen, woeste verwaaide haardossen.
Twaalf, nee, dertien paar ogen kijken mij aan als ik binnen stap in de schaft- annex vergaderruimte. Grote broodtrommels, bekers koffie en pakken melk op tafel. Malende kaken. De baas zegt wie ik ben en wat ik kom doen. Ik zeg vriendelijk gedag en wens iedereen smakelijk eten. Direct staat er een man op om me te helpen. Hij slingert een grote haspel op tafel, zo eentje die je gewoonlijk gebruikt bij verbouwingen. Het zand zit er nog op. Nog een paar mannen die komen helpen. De beamer wordt op een doos gezet, midden tussen de broodtrommels. Snoeren worden aangekoppeld. Beamer aan, beetje schuiven, hoger, lager.... ja, goed zo! Ik hoef niks te doen, de mannen doen het werk voor mij. Ik start mijn presentatie op en begin te vertellen. Twaalf knoestige kerels en een tanig vrouwtje horen mijn verhaal aan, knikken zo nu en dan, kaken malen verder en dan - tot mijn grote plezier - beginnen ze met me te praten. Ontstaat er een discussie. Terwijl vooraf was gezegd, dat het niet zulke praters waren.
Als ik klaar ben, helpen ze weer alles op te ruimen. De baas wil nog even werkoverleg over iets voeren. Over iets waar ze allemaal een beetje narrig van worden. Ze praten keihard door elkaar heen, in een streektaal nu waar ik geen woord van versta. Ik geniet, blijf even staan en aanschouw het tafereel. Een van de mannen ziet wat ik zie en glimlacht naar me. Een blik van verstandhouding. Dan pak ik mijn tassen, bedank voor alle hulp en aandacht en verlaat de schaft- annex vergaderruimte.
Mooi!
BeantwoordenVerwijderen