Bij binnenkomst valt 't me direct op: wat een drukte! Tientallen mensen lopen - op hun Paasbest gekleed - door de kantine. De muren van de raadzaal zijn voor de gelegenheid weggeschoven, waardoor de twee ruimtes in elkaar overlopen. De bodes zijn druk, schenken koffie en thee. Op de tafels oranje kleedjes en vaasjes tulpen. Zo Hollands!
Aan de grote ronde vergadertafel zit een ouder stel, achter hun stoel 'n rollator waar weer 'n wandelstok tegen aan leunt. De secretaresse van de burgemeester schuift aan en begint een gesprekje met het paar.
Ik loop door en bereik mijn werkkamer. Daar plof ik neer, onderwijl pratend met mijn collega's. 'Wat grappig, dit heb ik nog nooit meegemaakt, dat je er haast middenin zit.' Want de feestelijkheid vindt nog geen tien meter plaats van mijn bureau. Als ik een beetje scheef ga hangen, zie ik de mensen zo zitten. Het is ondertussen nog drukker geworden. Cameramannen en geluidstechnici staan klaar: straks gaat het beginnen, ze moeten aan de bak. In het publiek een vrouw in klederdracht uit Marken. Prachtig!
Ik start mijn computer, haal mijn stapeltjes uit de kast en begin te werken. In de raadzaal gonst het van de mensen. Klokslag tienen wordt het ineens stil en begint de burgemeester haar speech. Daarna vinden de formaliteiten plaats. Nog meer speeches. Als iedereen aan de beurt is geweest, barst de dorpsfanfare los. Ik schrik ervan! Wat is dit nu? Mijn collega's hikken noch verschrikken, die zijn dit blijkbaar al jaren zo gewend. De salarisadministrateur neuriet mee en probeert te raden welk lied er nu ten gehore wordt gebracht. Mijn aandacht verlegt zich na een tijdje toch naar mijn werk en ik doe de dingen waarvoor ik betaald word. Beetje schrijven, mailen, regelen, bellen enzo.
Rond 12 uur is het over. De zaal stroomt leeg. Ik kijk naar buiten en zie precies wie er een lintje kregen, want die mensen lopen met een grote bos bloemen in de armen. Rode blossen. De fanfare-leden stappen ook weer in hun auto's. De vrouw in klederdracht loopt gearmd met haar man, naar de parkeerplaats aan de overkant.
Daar komt de bode binnen, met een grote doos petitfours. Die zijn over. Ik kies er eentje uit: een oranje gebakje met een rood-wit-blauw-vlaggetje van marsepein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten