We moeten even wachten want ze is nog aan het gymmen in de eetzaal. Buiten schijnt de najaarszon, we gaan daarom even lekker in de binnentuin zitten.
Terwijl achter ons de oudjes druk zijn met heup-zwaaien, handen draaien en schouders rollen, leg ik de bos rozen voor schoonmama op de tuintafel voor ons. Heerlijk zitten we hier, nippend van onze automatenkoffie. Het warme zonnetje kleurt onze wangen rood.
Een bejaarde man stapt de tuin in. Hij duwt zijn vrouw in rolstoel voor zich uit. Ze komen naast ons zitten en we maken een praatje. 'Goedemiddag.' Een andere dame passeert, leunend op haar rollator. 'Heb je het al gehoord? Huug is overleden.' De mensen naast ons knikken bevestigend. 'Aaah', zeggen wij tegen elkaar, 'aaah, Huug, de groenteboer.'
Een groepje verzorgsters rechts van ons kletst er lustig op los. Over de naderende verbouwing van het verzorgingshuis. Over het nieuwe beleid. En over Huug's dood. 'Huug, je weet wel', legt er eentje uit aan een collega. 'Huug, de lachende groenteboer! Hij was op tv! Bij Man bijt hond.'
De verzorgsters gaan weer aan de slag, hun pauze zit er op. Er stapt een hoogbejaarde vrouw naar buiten, bij elke stap tikt haar stok op het terras. 'He', roept ze tegen niemand in het bijzonder, 'He, Huug is dood! Weten jullie het al? Huug is dood!'
Vanuit de zaal klinkt het geluid van schuivende stoelen. De gymles is over. We halen haar op, mijn schoonmoedertje. Ze heeft er blossen van, van al dat gymmen in die warme zaal. Blij pakt ze de rozen aan en vraagt honderduit over onze vakantie. Ze knuffelt ons telkens weer. Over Huug heeft ze het niet. Ze is niet van hier, dat scheelt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten