Ik lach me echt een kriek om mezelf. Om de Venus van vijfendertig jaar terug. Wat 'n droogkloot was ik en wat schreef ik leuk. Heel beeldend! Met van die grappige tekeningetjes erbij!
Enthousiast laat ik 's avonds het reisdagboek uit 1981 aan mijn man lezen. Hij leest aandachtig, bladzijde na bladzijde neemt hij door. Af en toe moet hij echt hardop lachen en dan vraag ik hem 't stukje voor te lezen. Dat doet hij. Ook beschrijft hij de illustraties. Al had ik het dagboek zelf eerder die dag al gelezen, samen genieten blijkt nog veel leuker. We liggen echt dubbel om onszelf van toen.
'Wat 'n stel waren we, he? Wat 'n schatjes. Zo heerlijk open en naief! Zo onbekommerd!' We mijmeren verder, denkend aan die tijd. Aan dat soort vakanties. Beetje van eiland naar eiland hoppen. Tentje opzetten op 'n strandje, vrij kamperen als 't even kon. Dan 't dorpje in voor voedsel, altijd druk met elkaar pratend onderweg. Daar weer verder kletsen met de Grieken of andere reizigers op beschaduwde terrasjes, in neon-verlichte restaurantjes en in winkeltjes volgepropt met van alles en nog wat. Ergens wat eten of 'n kop Nescafe drinken. Soms ons eigen potje koken op een zelf gestookt vuurtje. Zwemmen, snorkelen, wandelen, luieren. Dan, na een dag of wat weer verder reizen per bus, taxi of achterop de vrachtwagen en dan weer verder met de boot. Op naar een andere plek. Wat 'n leventje!
'Zo vakantie vieren vinden we nog steeds leuk. We gaan gewoon ergens heen, regelen onderkomen en gaan er direct op uit om de boel te verkennen.' 'Maar goed', bedacht ik me later, 'dat tentje is al een tijdje geleden vervangen door een riante hotelkamer. Achterop de vrachtwagen, dat doen we al zo'n 34 jaar niet meer. We huren tegenwoordig wel een eigen autootje. En zo naief zijn we ook niet meer. Maar dat onbekommerde is gebleven. Daar zijn we nog steeds sterren in. En gelukkig maar.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten