donderdag 10 augustus 2017

TROMBOSEPOOT

Een beetje onwennig zitten we om ons heen te kijken, mijn man en ik. Naar het interieur van ons nieuwe ziekenhuis. 'Prachtige, fotogenieke inrichting hier', mompel ik. 'Jammer dat ik hier niet kan fotograferen, zo'n prachtig decor,  met al die wachtende mensen erin.' Ik wijs naar een gesluierde vrouw in een kleurige lange jurk. 'Wat een plaatje. Echt jammer dat ik haar niet op de kiek kan zetten, maar ja, is niet netjes natuurlijk, mensen in een ziekenhuis fotograferen.' Mijn man knikt en we kijken nog eens om ons heen.
Tegenover ons zitten twee mannen van eind 50. De linker in pak, de rechter in spijkerbroek. Zich niet bewust van de akoestiek, bespreken ze hun fysieke kwalen. Daarna begint de man in spijkerbroek over zijn vrouw. Dat ze al een tijdje een stijf been had en zo moeilijk liep. 'Ze dacht zelf dat het door de slechte bestrating buiten kwam, dat ze op straat zo liep te waggelen. Anderen hadden het er ook over, dat ze zagen dat ze zo moeizaam liep. Haar been werd ook een beetje dik en rood. Op een gegeven moment ging ze maar eens naar de dokter en die zei dat ze direct naar het ziekenhuis moest. Ook naar hier, naar de Rontgen. Echo gemaakt. Wat denk je?' 'Nou?' 'Ze had een trombosepoot!' Ik slik en zoek met mijn ogen naar de vrouw in haar kleurige jurk. Maar ze is weg.
'Klik.' De nummertjes op het display aan de muur verschuiven. Nr. BG83058. Ik ben aan de beurt.
Samen lopen we naar behandelkamer nr. 1 op de begane grond. Ik moet van de assistente mijn schoenen uitdoen in een piepkleine kleedkamer. Heb geen zin in dat hokje te wachten maar loop op blote voeten over de lange gang naar mijn man die bij het raam staat. De hippe grijze betonnen gietvloer voelt heerlijk koel. Samen staren we naar buiten. 'Kijk, daar is de psychiatrie. Dat zit nog in het oorspronkelijke gebouw.' Stilletjes kijken we naar de voormalige werkplek van mijn man.
De deur van kamer nr. 1 gaat open. Ik word binnen genood. Mijn man mag direct naar binnen. Ik moet om een of andere reden omlopen via het kleedkamertje.
Na tien minuten verlaten we opgelucht het ziekenhuis. Ik heb geen trombosepoot.
'Zou ook gek zijn, he. Een saxofoniste met een trombonepoot', lach ik. 'Nu even ont-stressen, please.'
We gaan koffie drinken in de blitse koffietent links naast de uitgang. Achter de toonbank staat voormalig personeel uit de ziekenhuiskeuken. Mijn man herkent ze nog. Van vroeger.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten