dinsdag 16 april 2019

LA RABITA

Omringd door plastic rijden we over de snelweg van Malaga naar Almeria. Bergen en valleien, dorpjes, alles is hier overdekt met plastic. Her en der piekt er een kerktorentje bovenuit of wat hoogbouw. Alleen maar kassen, kassen en kassen van plastic, zover het oog reikt. En heel in de verte lonkt daar die prachtige blauwe, Middellandse Zee.
'Zullen we even een bak koffie drinken', opper ik. De man vindt dat een prima idee en slaat bij de eerstvolgende afslag af. 'La Rabita',  heet het dorpje waar we op af rijden. In het midden van een kleine rotonde staat een beeld van een konijn, of een haas, daar wil ik van afwezen. 'Verlaat de rotonde bij de derde afslag', blijkt geen goed advies. We belanden op een landweg naar  - hoe kan het ook anders - een kas van plastic vellen. We keren, rijden terug en nemen de juiste afslag.
La Rabita blijkt te bestaan uit een paar straten met pal aan zee, drie cafe's en een hotel.
De golven slaan donderend stuk op het strand. Papier en ander afval, dwarrelt over straat, zand slaat tegen de  ramen van onze auto.
Als we inparkeren, worden we gadegeslagen door een groepje afrikaanse mannen, genietend van hun vrije zondag. Iets verderop staat een groep spaanse vissers met elkaar te praten, vlakbij hun boten. Wij stappen uit en lopen een stukje over een nog niet afgemaakte promenade langs zee, eindigend bij een speeltuintje waar je er veel van ziet in Spanje. Met van die kleurige schommels en een wip op van die zwarte rubberen tegels. Ik heb er hier nog nooit een kind in zien spelen.
We gaan koffie drinken bij een oud cafeetje met een tent ervoor die als serre dient. Daar is het goed toeven; even uit de stuivende wind. Lekker warm en knus zo, met zo'n twintig andere gasten, waaronder een aantal oost-europese dames dat hier - vermoeden wij - in de kassen werkt. Aan hun voeten een paar buikschuiverige hondjes. Een ervan begint meteen te flirten met mijn man. Zeker als we even later onze vers gebakken churros krijgen voorgeschoteld. Zit 'ie ineens onder onze tafel. Maar de hond krijgt niks, we vinden die knapperige hapjes bestrooid met suiker, zelf veel te lekker. Teleurgesteld schuift 't hondje weer naar zijn bazinnetje. Wij onderwijl slobberen onze cafe con leche met smaak op, betalen en vertrekken. Rijden terug naar de snelweg. Daar gaan we weer; op naar Almeria. Door een landschap van weerspiegelend plastic. Met in de verte die lonkende zee. Het zand van La Rabita knarst nog tussen mijn tanden.