maandag 28 maart 2016

VANILLA SKY

Dat licht onder de wolken door! Strijklicht! Wolken als opeengepakte draaikolkjes boven mijn huis! Erboven een donkergrijs dek. Witte sneeuwwolken die ervoor schuiven, voortgestuwd door de woeste wind. Enorm grote witte sneeuwwolken. De wind wakkert aan en lijkt van alle kanten te komen.
Weer dat licht onder het wolkendek. Regen! Een hoosbui! Het ziet wit van de regen! Terwijl de zon blijft schijnen onder de wolken door. Dat betekent: een regenboog.
Ik houd het niet meer, gooi mijn boek neer en storm de trap op. Hopla, naar zolder waar ik een magnifiek uitzicht heb op de hemel. Die spectaculair is op dit moment. Vanuit het voorraam zie ik een enorme regenboog en er achter nog een! Het zijn er twee! De hemel rond die regenbogen is een en al kleuren uit het spectrum. Echt te gek! Zo mooi heb ik het nog nooit gezien! Ik ren naar de andere kant en open het achterraam. Hang naar buiten en zie links het einde van de regenboog. Wauw! Wat een knoeper! Het is een regenboog uit een stuk. Een enorm vette regenboog uit een geheel. Dat zie je haast nooit. Dan die wolken! Wat zijn ze bijzonder! Allerlei verschillende soorten. Een soort wolkjes dat ik niet ken; ze zien eruit als tegen elkaar aan gepropte watjes en worden vanonder af verlicht door de warm oranje zonnestralen. Vanilla sky!
De regen houdt op maar de regenboog verflauwt niet. Fantastisch, die donkergrijze achtergrond in het Oosten! Wat een background voor die dikke knoeper!
De witte sneeuwlucht waait weg naar het Noord-Oosten. De vormen van de watten wolkjes verflauwen. De donkere lucht kleurt lichtgrijs. De regenboog lost op.
De wind wordt straf en komt nu vanuit West-Zuid-West. Rechts, boven de zee, is de lucht blauw geworden. Knalblauw. Platte, brede wolkenslierten boven zee kleuren fucsia-roze.  Ik blijf nog even uit het raam hangen.
In mijn volgende leven verhuis ik naar Nebraska. Daar heb je twisters. Lijkt me echt te gek!

donderdag 17 maart 2016

BEDRIJFSCULTUUR

Geschrokken kijken wij op als Fred met een van afschuw vertrokken gezicht binnen stormt. 'Vreselijk! Echt walgelijk! Het is echt 1 grote smeerboel. Helemaal vol zit 't.'  Neeeee.... ieieieiek, 't is niet waaaaaar. Fred, wat erg!'  Mijn collega slaat haar hand voor haar mond en luistert met grote schrik-ogen naar het verdere relaas van Fred.
Die maar niet uitgepraat raakt over het walgelijks hij zojuist aanschouwde. 'Volgens mij was het die van Waterleidingen. Die zag ik hier net rondlopen en er naar binnen gaan. Dat kan toch niet! De volgende keer moeten we er wat van zeggen.' Hoofdschuddend staat hij voor het raam en kijkt naar beneden. Alsof hij die schavuit van Waterleidingen daar in de diepte nog hoopt te zien weg sluipen, zodat hij van 14 hoog nog wat lelijks naar hem kan roepen.
Stilletjes typ ik verder aan mijn notitie. Ik besluit straks een kijkje te gaan nemen. Ben inmiddels toch wel  nieuwsgierig naar wat die van Waterleidingen heeft aangericht. Het moet echt vreselijk zijn. De hele pot zit vol. Doet me denken aan de verhalen van vroeger over Kamp Bakkum, waar die onbehouwen Amsterdammers zich mis droegen en hun namen in het bruin met hun vingers op de muren schreven.  
Als Fred naar zijn kamer is vertrokken en mijn naaste collega even 'n ommetje maakt, verman ik mij. Ik sta op, loop door de gang naar het blok, ga daar naar binnen. Sluit de deur. Ik ben hier alleen, als vrouw, eigenlijk hoor ik hier niet in dit stukje mannen domein.  Ik bekijk mijn gespannen gezicht in de spiegel boven de wasbak. Haal diep adem, heel diep want straks moet ik tenslotte misschien wel een minuut mijn adem inhouden. Dan trek ik de deur open en doe een stap naar voren. Buig me over de pot om het walgelijks te aanschouwen en zie.... niks. Okay, een klein veegje, achtergebleven, niet goed weggespoeld. Geen stank, geen viezigheid, niks van dit alles.
Terwijl ik terug loop naar mijn kamer, vraag ik me af wat zich hier zojuist heeft afgespeeld, bij Fred. Bij mijn naaste collega. Welke onuitgesproken regel binnen onze bedrijfscultuur is overschreden door die vermeende vlegel van Waterleidingen?

zaterdag 12 maart 2016

DE VIJFTIGERS

Voorzichtig stuurt de buurman zijn fonkelnieuw KIA voor ons huis langs, rechts de bocht om. 'Kijk hem eens', lachen we. 'Echt een vijftiger, net als wij!'
Want ja, ons buurtje bestaat voornamelijk uit vijftig plussers. Merendeels redelijk hoog tot hoog opgeleiden met goede banen en dubbele inkomens. In het interbellum van hun leven. Ouders nog vief genoeg om voor zichzelf te zorgen of wonend in een puike aanleunwoning of verzorgingshuis.
Kinderen de deur uit. Dus dan blijft er tijd en vooral veel geld over en hoppa, daar gaan we, stuk voor stuk: dakkapellen, zonnepanelen, eigentijdse schuttingen, kozijnen en houtwerk vervangen door duurzaam, onderhoudsvrij materiaal.  Drie tot vier keer per jaar op vakantie. En nieuwe auto's! De tweedehands gezinswagens zijn vervangen door moderne vehicels. Auto's groot genoeg voor een fietsenrek achterop. Zodat we in onze lange weekenden (want: allemaal vierdaagse werkweken inmiddels) lekker door de Limburgse Heuvelen op onze Koga's kunnen toeren en waar we overnachten in leuke hotelletjes voor de helft van de prijs (want: buiten het seizoen).
Ooit werden wij - huidige vijftigers - aangeduid als de generatie X.  Een beetje 'n sippe generatie die overal voor mocht dokken en nergens van mag plukken. VUT-premie, pre-pensioen: allemaal voor de babyboomers. 'Lucky bastards', schamperen we soms.'Wij mogen door tot we bijna 70 zijn. Hoe bedenken ze het. Zie je het voor je, over een jaartje of wat?! Rollator-rekken op kantoor, aangepast meubilair voor onze stramme lijven. Bejaardengym tussen de middag!'
Maar zolang wij als vorsten leven in onze (bijna) afbetaalde eengezinswoningen en des weekends in onze flitsende karren  door ons prachtige landje zoeven, zitten wij daar niet zo mee, hoor.

woensdag 9 maart 2016

BlondBlankVrouw

'Allemaal eruit! Jullie zijn tweedeklassers en dit is de Eerste Klas! Alleen mensen met een eerste klas kaartje blijven zitten!'
Zonder pardon worden we de coupe uitgedreven. Als schaapjes in het hok staan we daar, op het balkon. Bijeen gedreven. Waarom het ineens niet meer mag, vraag ik beleefd. 'We mogen toch Eerste Klas zitten omdat er steeds tekort materiaal is?' Geen antwoord. Ook niet op de vragen van anderen. 'Jullie hadden ergens anders in moeten stappen. Daar!'  En hij wijst naar rechts. 'Waarom?' 'Omdat daar nog genoeg plaats in de tweede klasse is.' 'Waar dan?' Waar we ook kijken: nada! Alles bezet. Er staan zelfs best veel mensen in het gangpad.
'Wat een idioot', denk ik. 'Hebben we eerst voor Jan Doedel met zijn allen in de snijdende wind op een Sprinter staan wachten die weer eens niet kwam opdagen ... 'Dames en heren.... de trein van acht uur zeventien vertrekt over ongeveer 10 minuten' ('Jaja, hij komt dus niet'). De trein daarna kwam tien minuten te laat. Hadden we dan ook nog een stuk moeten gaan lopen op zoek naar een vrij plekje in de Tweede Klasse in een treinstel dertig meter verderop? Geen denken aan. Ik verdien het om Eerste Klas te zitten na deze ontberingen.'
'Ik heb rugklachten', begint een vrouw. 'Ik mag helemaal niet staan hier, zo lang.' De conducteur haalt zijn schouders op. Even valt er een stilte. Sip kijken we met zijn allen de lege Eerste Klasse coupe in. Er zit maar 1 heertje, duidelijk een Eerste Klasser, met zijn dure jas en dure tas. Met zijn dure laptop op schoot.
'We gaan gewoon weer Eerste Klas zitten zodra U weg bent', zegt een Rastaman. Hij lacht zijn prachtige tanden bloot. 'Jaaaaah haha',  giechelen we als kleine kinderen: 'Hihihi. Ja, we gaan er straks gewoon weer zitten, hoor.'
Snuivend loopt de conducteur verder, het lange treinstel in, kaartjes controleren. Zodra hij een paar meter verwijderd is, duiken we de Eerste Klasse coupe in. Gniffelend nestelen we ons, zuchtend van genot, op de rode zachte stoelen. 'Aaaaah.' Strekken onze benen nog eens extra uit - heerlijk, die beenruimte - en hervatten onze gesprekjes.
Onderweg stapt er eens iemand uit en weer eens iemand in. Voorzichtig schuifelen een paar andere Tweede Klassers de coupe in en nog voorzichtiger nemen zij plaats. Alsof hun kontjes vlam kunnen vatten aan de rode stoeltjes. Nauwlettend houden zij de mogelijke komst van een conducteur in de gaten.
Plotseling staan er een paar mensen op en schieten de coupe uit,  met de staart tussen de benen. Snel wegwezen! Daar is ie weer!  'Ja, allemaal eruit! Wat heb ik nou gezegd!' Nog een paar Tweede Klassers schieten schichtig richting balkon. 'Nee', schudt de rastaman zijn hoofd. Honderd dreadlocks schuiven over zijn jack. 'Nee. Ik. Ga. Er. Niet. Uit.' 'Jawel! Jij! Gaat! Er! Uit! Nu!' Tot mijn verbazing staat de rastaman toch op en verlaat de coupe.
Ik blijf zitten. Als enige. Ik pak mijn mobiel en app naar mijn baas: 'Treinuitval. Ben wat later. CU.'  De conducteur gaat tegenover mij zitten en kijkt naar buiten. Ik activeer Spotify. Oordopjes in. Kijk ook naar buiten. Zie mezelf weerspiegeld in de ruit. Blond. Blank. Vrouw.

zaterdag 5 maart 2016

OVERSTAP

To be or not to be.... an interimmer. En ja, ik ben er een, een interimmer. Zo iemand die tijdelijk een klus klaart en dan weer gaat.
Deze week kreeg ik een nieuwe opdracht en dat betekent dat ik mijn lopende opdracht af moet ronden. Voor het oog benader ik dat rustig en zakelijk. Ik stem af met mijn huidige opdrachtgever en maak afspraken in de tijd. Bouw bij de een af en bij de ander op.
Maar vorige week, aan de vooravond van de overstap naar de nieuwe opdracht, voor de deal, zeg maar, voelde ik iets van weemoed. Ik nam 'n middagje vrij - 'de agenda laat het toe, dus ik ga even lekker chillen hoor' - en doorkruiste de stad. Keek met andere ogen om mij heen. Als iemand die gedag gaat zeggen, die afscheid neemt. Ik liet me oppakken door de omgeving, maakte heel veel foto's en genoot. Genoot van de drukte van de grote stad. Van de fietsers, de kindjes in de bakfiets met hun blozende wangetjes en wapperende haartjes,  van de enthousiaste toeristen met gebreide ijsmutsen met pompoentje d'r op. Ik genoot van het lekkere voorjaarsweer, de mooie wolken. Ik bezag de oude grachtenpanden met intensere blik en liep door prachtige straatjes die ik eerder nog niet had gezien. Ik kiekte er op los en vergat de tijd.
Vermoeid door het wandelen, bereikte ik na enkele uren het station. Liet ook daar de drukte, de bedrijvigheid tot mij doordringen. Snoof de heerlijke geur van croissants op, de prikkelende geur van verse koffie. Kwam bijna in de verleiding een pasta'tje te verschalken bij Julia's. Even 'n boek te kopen, of een tijdschrift.... Gelukkig kwam de trein snel, dus kon ik alle verleidingen achter mij laten.
Mijn nieuwe job is ook weer op 'n heel mooie locatie. Dorps, dat wel, maar met veel groen en water en prachtige oude pandjes en fietsers en toeristen.