zondag 7 maart 2021

DAT IS TOCH KROM?

De hele dag al hebben we door de kou gefietst, gewandeld en gewandeld en gefietst. Eerst van Deventer naar Zutphen via Wilp en Twello; toen met de trein weer terug naar Deventer alwaar we wederom een markt treffen. Zowel in Zutphen als in Deventer blijkt er markt te zijn op zaterdag. Gezellig. En gelukkig ook, want dat geeft nog wat leven in de brouwerij. Al die zogenaamd geopende winkels trekken namelijk zo goed als geen publiek. Het is echt schrijnend, triest, zielig en naar om te zien. De winkeliers hebben hun deuren open, een balie of een tafel belemmert de doorgang en tekst en uitleg in de vorm van stickers en bordjes geven aan dat je welkom bent. Maar ook weer niet. 'We Zijn Weer Open!' Sommige winkeliers hebben plakkaten voor het raam hangen met deze enthousiaste tekst op posters, A-viertjes of anderszins. Plaatsvervangend pijnlijk vinden we het. 

Her en der gaan we even zitten. Even uitrusten van al dat gekuier. Een kop koffie hier, een belegd broodje daar. Bakje kibbeling op de markt van visboer Koelewijn of een appeltje uit de eigen rugtas. We ontdekken het ene mooi straatje na het andere mooie pleintje en overal, nee echt overal waar mensen met elkaar staan te praten gaat het over het C-woord. Niet zozeer over wie er ziek zijn, maar over de idiote maatregelen van nu. Over de surrogaat-opening van de winkels; over de teloorgang van hun handel; over dat ze geen subsidie meer krijgen en moeten stoppen; over dat het vaccineren maar niet opschiet verdomme en dat ze het niet snappen, moeten ze terugkomen voor een tweede prik. 'Dat is toch krom?!' Zoals ze dat hier klaarblijkelijk zeggen: 'Dat is toch krom?!' 

Het gaat echt over niks anders meer. Over hoe krom het is. Allemaal. 

Aan het eind van de middag, om een uur of vier, lopen we over De Brink in Deventer. We zijn moe en verlangen naar onze warme hotelkamer, hebben zin in een glas rode wijn en lekker leesvoer. 'Ik ga even de zaterdagkrant scoren hoor, Venus', zegt de man. Ik volg hem richting boekenwinkel. Een prachtige grote zaak in een hoekpand is het. In de deuropening staat een tafel uiteraard. De verkoper erachter. 'Nee, de Volkskrant is al uitverkocht, misschien heeft De Appie 'm nog', oppert hij. Onderwijl kijk ik in de etalage en zie ...  OMG hoe geweldig, weer een nieuwe van Haruki Murakami! Mijn hartje juicht, kou, vermoeidheid en het C-woord zijn direct vergeten. 'Mijnheer, klopt het dat ik daar de nieuwe Murakami zie liggen?' 'Jazeker', lacht de verkoper. Achter hem zie ik twee klanten die blijkbaar gereserveerd hebben ongemakkelijk rondschuifelen in die veel te grote boekenwinkel. Ze hebben nog tien minuten, schat ik zo in. 'Mag ik 'm kopen', smeek ik. Het gezicht van de verkoper betrekt; hij heeft met mij te doen. 'Ach', zeg ik, 'ik had natuurlijk moeten reserveren en dan had ik een x aantal minuten gehad om in uw winkel rond te lopen en ... Sorry, ik vergat het helemaal. Dan bestel ik 'm maar.' 'Nou, weet u wat we doen, mevrouw, u mag 'm alvast reserveren.' 'Echt waar??' ' Ja, hoor, echt waar. Doen we het zo. Uhm' ... en hij kijkt theatraal op zijn horloge, 'dan komt u tegen vijf uur weer terug, want dan loopt officieel de tijdklok af en dan kunt u 'm meekrijgen. ' 'Wauw',  roep ik uit. 'Maar zal ik 'm dan nu wel alvast betalen? Kan dat?' 'Jazeker. 'En ik pin. 'Tot zodadelijk mijnheer.' 'Tot straks mevrouw. '

En zo blijf ik nog pro forma een klein half uurtje op De Brink rond lopen, vermoeid en koud, maar ik vind een tentje met warme chocolademelk. Genietend staan mijn man en ik daar grote bekers dampende choco leeg te slobberen. Met een schuin oog gericht op de boekenwinkel. 'Kijk, Venus, zegt de man als het tien voor vijf is, 'ik denk dat je boek klaar ligt.' 'Verdomd, hij ligt op de tafel. Ik ga 'm halen.' 'Kan het echt,' vraag ik aan de verkoper. Die kijkt weer gespeeld serieus op zijn horloge, onderwijl mompelend: 'Ja, volgens de tijdklok heeft u dit boek 'vier uur geleden' bij mij gereserveerd, dus u kunt 'm nu mee nemen'. 'Kijk aan, mijnheer, dank u wel hoor!' 'Graag gedaan, mevrouw.' 

Murakami zou er een prachtig boek over kunnen schrijven. En anders Kafka wel, die had er ook wel raad mee geweten.