maandag 20 juli 2020

CHINA DALI

Hoe ik er ineens zo bij kwam om er weer eens op te kijken ...  op www.chinadali.blogspot.com 
geen idee. Maar ineens zat ik er weer middenin. Liep ik door Dali, samen met mijn man en mijn twee zoons. Diep in gesprek. Over China, over meditatie en taoïsme, over  thee, gember, over de bedelaars en over de mensen om ons heen. Over politiek, over voedsel ... over... over alles eigelijk.
We dronken thee bij ons hotel en luisterden naar de verhalen van mijn oudste zoon, over zijn avonturen in Azië en Australie.  Over zijn verblijf in Chinese kloosters.
Trots luisterden we naar zijn gesprekken in het chinees die hij voerde met de locals.

Jop, mijn lieve, wijze oudste zoon. Wat waren we blij hem weer te zien.

We ontmoetten hem nadat hij drie jaar had gereisd. Hij kwam niet meer naar huis dus gingen wij naar hem. Ik, mijn man en mijn jongste zoon.

Wat vonden we het fantastisch, wat waren we onder de indruk. Wat was het heerlijk om drie weken met elkaar te zijn in Dali, dat prachtige historische stadje in Yuan.

Hardop lachend lees ik in ChinaDali over de snoeiharde Chinese massage die mijn man en ik ondergingen in een kapsalon. Naief als we waren dachten we dat we lekker bepoteld zouden worden door twee lieflijke kapsters annex masseuses, maar niets was minder waar. Zwetend lagen we daar op de massagetafels ons te verbijten van de pijn.

Ik zie het vieze Pekineesje weer voor me dat zat te schooien onder de tafel.  Met zijn onderbeet tandjes en zijn schurftige vachtje, maar toch vond ik 'm schattig en ik voerde hem stiekem. Bij dat restaurant in dat dromerige dorpje Shuang Lang, waar ik een hele berg rivierkreeftjes at, krakend en wel tussen mijn kiezen.  Ik vond ze best lekker maar 's nachts werd ik echt ongelooflijk ziek, zo ziek ben ik in mijn leven nog niet geweest. Ik wist niet dat ik het kon: rechtop staand onder de douche schijten als een reiger en een grote straal tegen de muur kotsen tegelijk. Wauw, wat een belevenis.

Of dat logje over dat bijzondere, esoterische concert op het Erhai Meer: zo artistiek bedacht door 2 kunstenaars. Na een uur esoterisch doen namen de locals het over en schalden er Dalinese volksliederen over het meer. De roeiers - in het normale leven vissers - gingen helemaal los. Het werd een heerlijk feestje daar op het water wat zich later voortzette in het botenhuis.

Oh mensen, wat was het een mooi bezoek. Maar ik voelde toen al aan, heel intuïtief, dat het met Jop niet goed ging. Ondanks zijn lieve gedrag en zijn prachtige verhalen: er klopte iets niet.

Een jaar later, in 2011,  ging ik er weer naar toe, naar Dali. In mijn eentje. Ik miste Jop zo erg, dat mijn man zei: 'Venus, ik koop een vliegticket voor je, je gaat gewoon naar hem toe.'
En zo geschiedde.
Wat vond ik het spannend, in mijn eentje naar Peking vliegen, overstappen en door naar Kun Ming waar ik een nachtje moest blijven slapen.  De volgende ochtend van daaruit weer door naar Dali met de bus.
Met de plaatsnamen in het Chinees, uitgedraaid op een A-viertje, want het jaar ervoor had ik wel geleerd dat ze me echt, maar dan echt totaal niet verstaan, die Chinezen met hun klankentaal.

Tijdens dat tweede bezoek merkte ik van alles op aan Jop. Het ging niet goed met hem. Het bezoek begon heel stroef en moeizaam, maar langzamerhand opende hij zich als een bloem en werd het een prachtig samen-zijn tussen mij, zijn moeder, en hem, mijn zoon.

Wat was hij lief. Maar behoorlijk verward, niet meer van deze aarde, hij was met recht de weg kwijt geraakt tijdens het reizen. Ik had niet het vermogen daar goed doorheen te kijken en adequaat te reageren; ik was teveel een met hem, denk ik.

Wat een schril contrast, eigenlijk, dat lieve, naïeve opgetogen weblog ChinaDali. En het gegeven dat degene waar we die mooie reis voor maakten, onze oudste zoon en broer, eigenlijk zo ziek was. We hadden hem mee naar huis moeten nemen om hem hier in Nederland te laten helpen.

Maar gedane zaken nemen geen keer.

Jop kwam overigens wel weer naar huis, een paar jaar later en hij bleek nog zieker geworden. Dat vond hij zelf niet. Na een paar maanden verdween hij met de Noorderzon en kwam nooit meer terug.

Ergens, onderweg, tijdens al dat reizen, is hij zichzelf kwijtgeraakt. En hij heeft zichzelf nooit meer teruggevonden.





woensdag 15 juli 2020

GRANULOMA TELEANGIECTATICUM

Ik heb mijn tijdschrift nog niet opengeslagen of mijn naam wordt geroepen. Ik schrik er van: nu al?! Ja, zegt de assistente, je staat als eerste voor het middag-spreekuur, dus dan ben je als eerste aan de beurt.

Binnen gekomen moet ik een flink eind van het bureau wachten op de dermatoloog,. Die spoedt zich na enkele minuten naar binnen. Eerst zie ik alleen zijn witte sneakers onder het witte gordijn. 'Iep piep iep', doen ze. Dan verschijnt hij in zijn totaliteit. Een leuke man met een supergroot mondkapje waardoor ik de helft van zijn gezicht niet kan zien. Maar goed, da's de nieuwe werkelijkheid.

Hij gaat zitten en opent mijn dossier. 'Ahaaa, u heeft een plekje op uw hoofd, op uw rechterslaap, klopt dat?' 'Ja, dat klopt.' 'En er zit ook een plekje op uw schouder? Rechts?' 'Uhm, heeft de dokter dat opgeschreven? Dan zal het wel kloppen. Ik weet het het niet zo goed meer, eerlijk gezegd. De verwijzing is al van bijna een jaar geleden. '

'Goed, gaat u maar staan en houdt uw haar maar omhoog.' Ik duw mijn haar met mijn rechterhand de hoogte in.  'Ooooh ja, kijk aan, een grote moedervlek en daar bovenop een flinke granuloma teleangiectaticum. Die kan ik nu niet weghalen. Dat moet operatief. ' 'Oh, fijn, heerlijk dat 'ie weggaat. Want het is nogal onethisch'. 'Ja, nogal onesthetisch', verbetert hij mij. 'Oh ja, onesthetisch', grijns ik.

En op uw schouder? Ik ontkleed mij en toon mijn rechterschouder. 'Oooh ja, een onschuldig plekje. Kom, die bevries ik even.' 'Bevries ik even?' denk ik maar ik ben nog niet uitgedacht of ik hoor: 'pssst psssst.' Ik voel een licht snijdend pijntje op mijn schouder. 'Zooo, klaar. '
'Oh ja, ik doe meteen even die moedervlek op uw rechterslaap. Haar omhoog alstublieft.' En psssst.' Dat gaat makkelijk. Een, twee ... en weer een vlek verdwenen.

'Zeg, hier heb ik ook nog een grote plek. Moet u eens kijken.' En ik toon een grote, dikke moedervlek op mijn borstbeen. Echt een joekel. En daar gaat 'ie weer, de dermatoloog, met zijn spuitbus ' pssst pssst pssst' .

Als hij  klaar is met het rondje bevriezen gaat hij zitten om een afspraak te regelen.

'Wat gebeurt er nu met die drie moedervlekken die u heeft bevroren?' 'Die verschrompelen. Het worden een soort littekentjes en die zie je na verloop van tijd niet meer. U hoeft er niks aan te doen.'

Tijdens deze uitleg is hij naar voren geschoven met een toelichting van de operatie in zijn handen.  Snel schetst hij met een balpennetje, hoe hij de granuloma teleangiectaticum gaat verwijderen. Ik maak eruit op dat hij hem niet gaat wegsnijden, want dan moet er zo'n drie vierkante centimeter huid worden verwijderd en moet ik worden gehecht. Nee, hij gaat die paddestoel op mijn hoofd een soort van wegschaven. 'Dan ontstaat er slechts een schaafwondje, mevrouw. Heeft u verder nog vragen?' 'Nee, ik heb geen vragen meer.'

We nemen afscheid. 'Tot in september dan maar.' Terwijl ik mijn tas inpak, beent hij alweer weg op zijn witte sneakers.  Iep piep iep.

zaterdag 11 juli 2020

DE BESCHERMENGEL

Ik ken wel meer van die verhalen, van mannen die van steigers zijn gevallen. Huiveringwekkende verhalen zijn het.
Zoals het verhaal van Kees die rechtopstaand naar beneden viel, op zijn voeten terecht kwam en die van alles brak. Toen hij erover vertelde kronkelde ik van ellende. 'Wat vreselijk, Kees. En daarna?' Daarna heeft hij een jaar nodig gehad om weer op te knappen en te revalideren. Die kleine misstap op tien meter hoogte heeft hem een jaar van zijn leven gekost.

Woensdag kwam er een man op de koffie,  Huib. Huib is al jaren werkzaam in de bouwwereld. Eigen baas is 'ie,  aannemer van heel veel soorten werk waaronder het plaatsen van deuren. Dat is waar wij afspraken met hem over willen maken.
Huib blijkt een geboren verhalen verteller. 66 is hij inmiddels en hij heeft heel wat meegemaakt waaronder dus ook een val van de steiger. Met open mond zitten wij aan de keukentafel te luisteren. Want het verhaal over de val is niet zozeer indrukwekkend alswel wonderbaarlijk.

'Serieus waar, ik zweer het jullie. Het kan nooit dat ik daar lag. Ik ben van die steiger gedonderd, dus had daaronder moeten liggen. Onder die steiger. Maar wat denk je? Ik lag zo vier of vijf meter daarvandaan. Plat op mijn rug.  Netjes in het gras. Ik kwam bij, ging zitten en stond zo weer op. Terwijl ik acht meter naar beneden was gevallen. Ik mankeerde he-le-maal niks. Dat is toch raar?'  Wij knikken. 'Maar goed, wat ik je zeg, het klopte gewoon niet waar ik lag toen ik bijkwam. Zo'n eind van de plek waar ik eigenlijk had moeten liggen. Voor mij kan dat maar een ding betekenen. Mijn beschermengel heeft me geholpen. Mijn moeder. Die heeft me opgetild terwijl ik viel en me op een andere plek neer gelegd.' 'Je moeder? Wat mooi, Huib.' 'Ja, ze was vlak daarvoor overleden en ik voelde haar heel vaak nog heel dicht bij mij. Nu nog trouwens, terwijl ze al heel wat jaartjes geleden overleden is. Ja, zij heeft me geholpen. Het kan gewoon niet anders!'

Ik schenk nog maar een kop koffie in. Mijn man legt er een koekje bij. Voor Huib.
Daarna praten we verder. Over muziek en vakantie en natuurlijk over de nieuwe deur die Huib voor ons gaat plaatsen.

vrijdag 3 juli 2020

BEWUSTWORDING

Ik droom. Fris gedoucht en netjes aangekleed ben ik. De dag kan beginnen. Nadat ik mijn haar en make up heb gedaan, ga ik naar beneden. De trap af. Daar, in de huiskamer,  hoef ik alleen nog maar mijn tas in te pakken.

Ik trek de gordijnen open en kijk de tuin in. Het is redelijk weer: zon, wolken, droog en het waait, dus het is niet al te warm. Ik stop mijn phone in de tas, kijk nog even op het schermpje en schrik me dan rot! Wat! Is het al zo laat?!  Kwart voor negen?! Hoe kan dat nou?! Heb ik er zo lang over gedaan of stond mijn wekker verkeerd?!

Zenuwachtig prop ik de andere spullen in mijn tas. Appel. Flesje water. Mondkapje.
Nu nog mijn portemonnee! Verdorie, waar is die nu weer? Gisteren nog gebruikt in de supermarkt. Laatjes open, kranten opzij. Ligt 'ie hier? Nee! Ligt 'ie daar? Nee, ook niet. Verdommenogantoezeg! Ik ben al een uur te laat en dan ook nog mijn portemonnee kwijt. Zonder knip kom ik nergens, want daar zit mijn pasje in en ik moet een treinkaartje kopen.

Gelaten blijf ik staan en kijk naar buiten. De eerste zonnestralen piepen door het gebladerte van de Platanen aan de rand van de achtertuin. Ik zucht en ga zitten.

Tas op schoot.
Ogen gesloten.
Adem in. Adem uit.
Rustig Venus. Rustig.

Dan ineens dringt het tot mij door. Er is helemaal geen probleem. Integendeel. Wat stom! Ik moet helemaal niet weg!! Niks te laat! Ik ben juist op tijd!
Met een zwieper gooi ik de tas op de keukentafel. Baf! Haal mijn phone er weer uit. Mijn laptop. Mijn aantekenboek en pennen.

Zo, klaar. Ik start de laptop op.
Klokslag negen uur beantwoord ik het eerste mailtje. Achter mij pruttelt de koffiepot.

Paniekdroom? Was dit een paniekdroom? Ja, nou nee eigenlijk. Het was eerder een bewustwordingsdroom. Een droom over de nieuwe werkelijkheid.