zondag 28 februari 2021

MIND YOUR STEPS

Ik zou er wat voor over hebben, om om drie uur op te staan. Nog snel de laatste dingetjes in mijn koffer te proppen en terwijl de taxi om vier uur voor stopt, zenuwachtig in mijn tas te grutten of daar echt, nee echt, mijn paspoort, tickets en portemonnee inzitten. En dan onderweg, de man mag altijd voor zitten want die kan goed babbelen met de chauffeur over voetbal enzo, slaperig de oogje toe doen. Nog even een hazenslaapje voordat de drukte losbarst. Soezerig achterin zitten, luisterend naar de sonore mannen stemmen voorin. En dan, die laatste, lange, never ending bocht voor Schiphol, waardoor ik weer rechtop moet gaan zitten om me goed schrap te kunnen zetten tijdens de draaiing. 'Welke maatschappij vliegen jullie mee,' hoor ik de chauffeur vragen. De man geeft antwoord. We stoppen voor de juiste hal, de man rekent af, de chauffeur haalt de koffers uit de auto en wenst ons een goede reis. 

Ik zou er wat voor over hebben om daarna, terwijl de adrenaline mijn lijf en geest doet ontwaken, kwiek door de hal te lopen. De koffer op wieltjes achter mij aan slepend en mijn ogen uit kijkend naar al die mooie mensen van all over the world die net als ik, nog slaapdronken maar ook weer niet, rond lopen op zoek naar de juiste incheck-balies. Wat heb ik er ineens een zin in, in de reis! Er vliegt een vlindertje door mijn lijf en raakt mijn hart! 

Ik zou er wat voor over hebben om samen met mensen uit allerlei landen in een lange rij te staan voor de balie en me te verbazen over de hoeveelheid bagage die velen bij zich hebben. Karren vol en soms liggen er kinderen landerig over de koffers heen te hangen. Van die super zoete kindjes die gewend zijn veel te reizen, dat zie je zo. En dan, ineens, schiet de rij op, want er komt extra personeel bij om de incheck te versnellen. Mooie - meestal jonge - mensen, dat personeel, met mooie pakjes aan die in vloeiend Engels de passagiers vragen stellen en uitleg geven. En dan zijn wij aan de beurt en altijd ben ik een beetje zenuwachtig of alles goed gaat. Want het is best wel eens mis gegaan, maar ja, meestal gaat het gewoon goed en zijn we heel snel klaar met onze twee koffertjes en schoudertassen. Opgetogen lopen we naar de controlebalies. 

Ik zou er wat voor over hebben om in die lange lange rij reislustigen te staan die zich lijdzaam - als schapen in de kudde - de juiste kant op laat drijven door weer ander personeel. In weer andere pakjes. Die je vertellen dat je je schoenen uit moet doen, je riem af moet doen en je jas uit moet trekken. En dat bij de tas moet leggen en bij je PC. Uit voorzorg doe ik mijn ringen en halsketting af, want ik heb echt, echt geen zin in gedoe bij dat fucking poortje. Dat poortje dat best vaak begint te bliepen als ik eronder door ga. Dat ik dan weer moet checken wat er nog in mijn broekzak zit. 'Oh, jeetje, een dingetje van mijn werk. Zo'n klemmetje om brieven samen te voegen.' Opnieuw door de poort et voilĂ , geen gebliep. Toch moet ik dan soms nog even fysiek onderzocht worden door een vrouwelijk personeelslid dat geroutineerd haar handen over mijn lijf laat gaan: 'klop klop klop, voel voel voel'. Nee, niks aan de hand. Opgelucht ga ik naar het eind van de band waar mijn bakjes al een tijdje liggen te wachten. Snel alles weer aan en om en de tas om de nek. Gaan met die banaan. Wegwezen hier, weg uit dit stresshok. 

Ik zou er wat voor over hebben om daarna snel door te lopen naar de heerlijke grote lichte ruimtes, hallen, vol winkels en shops en eet- en koffietentjes, barretjes. Zo gezellig en warm en het voelt al als een voorbode voor wat komen gaat. Aangezien we uren slaaptekort hebben, gaan we altijd eerst koffie drinken en terwijl we ons laten verleiden door taart, belegde broodjes, croissants, stapelen we van alles op ons dienblad en als altijd schrikken we ons rot als we moeten afrekenen. 'Schoftig duur, maar ja, he, hoort bij het reizen, he,' zeg ik dan altijd maar tegen de man die best sjagerijnig wordt van die bedragen. Terwijl we van de koffie slorpen en elkaar pesten met onze slaperige koppen, kijken we naar andere reizigers, kletsen een beetje en eten van onze dure hapjes. Meestal is het er zo druk dat je je genoodzaakt voelt om niet al te lang blijven zitten. We doen onze dienbladen vol servies en gebruikt bestek in de kasten op wieltjes en wandelen naar de boekenzaak. 

Ik zou er wat voor over hebben om daar nu rond te struinen en lekker een paar thrillers uit te zoeken en een verantwoord stukje literatuur en een paar goeie tijdschriften. Soms ook de dikke zaterdagkrant. Want: eindelijk tijd om die te lezen straks. Ik reken af en kijk waar de man is. Meestal zie ik die nog met zijn leesbrilletje op het puntje van zijn neus bij de boekenschappen staan. Ik ga naar hem toe om te vertellen wat ik heb gekocht, zodat hij niet dezelfde boeken koopt als ik. In de hal wacht ik tot ook hij klaar is. 'Nog even naar... ja, prima, ga jij maar naar die shop vol oortjes, koptelefoons, phones en andere hebbedingen. Dan ga ik even kleertjes kijken. Ik kom wel naar jou toe, okay? CU.' 

Ik zou er wat voor over hebben om daarna samen te zoeken naar waar de juiste gate is. Soms best even een gedoetje, maar altijd vinden we 'm. Met tasjes vol boeken en soms vers aangeschafte oordopjes - zo handig voor onderweg - en alvast een mooi hemdje - lekker voor in de zon zo - lopen we meters, soms wel honderden meters. Voor het gemak gaan we soms op de band lopen waar altijd die mooie stem uit de luidsprekers klinkt: 'mind your steps... mind your steps'. En heel vaak moeten we daar om lachen en halen we, als we van de band stappen capriolen uit. Alsof we struikelen en vallen. Lekker melig. 

Ik zou er wat voor hebben om de juiste gate te vinden, te zoeken naar een plekje om te zitten want ja, we hebben nog wel een half uur, dus kunnen we alvast wat lezen in onze nieuwe boeken en een muziekje luisteren. En nog even naar de ladiesroom. Die van een verdieping lager, waar het soms zo druk is, dat ik dan maar naar de heren ga. Nog eventjes plassen en mezelf zorgelijk checken in de spiegels want tjeetje, wat een walletjes onder mijn ogen 

Ik zou er wat voor over hebben om nog een rondje incheck te doen bij het personeel, dat ik ook zag bij de incheckbalie in de hal en als we daar dan ook weer door zijn, achter de andere passagiers aan verder te lopen door de slurf. Waar het altijd een beetje koud is en waar het lastig loopt omdat het schuin af loopt naar beneden. En dan ontvangen te worden door de crew, bij elkaar staand in de pantry vlakbij de cockpit, zo leuk. Schuifelend door het gangpad lopen en je ergeren aan al die slome duikelaars die er eeeeuwen over doen om hun tasjes in het ruim erboven op te bergen. Te gaan zitten, riem om en wachten op wat komen gaat. Yes, we gaan!! Nog een appje aan paps en mams, phone nu echt uitzetten. We rijden naar de juiste baan. Even wachten. Uit het raampje kijken naar andere vliegtuigen die al opstijgen. In de verte zie je er een paar juist landen. OMG, zo gaaf, ik houd hier zo van! Opstijgen!! Joepie. De piloot doet de motoren brullen. We gaan! Snel, sneller, snelst en dan... LOS!! Lachend kijk ik naar mijn man terwijl ik blij als een kind mijn armen omhoog gooi. Alsof ik iets gewonnen heb! Waar hij altijd weer om moet lachen.

Ik zou er wat voor over hebben om daarna uren te zitten, beetje lezen, muziekje luisteren, hapje te eten, koffie en thee te drinken en dan, na de landing, mijn hele slaaptekort vergetend, als Alice in Wonderland door de ontvangsthal te lopen, op weg naar de koffers. En daarna... samen in de huurauto weg te rijden. Op weg naar een nieuw prachtig avontuur. 

Zo met de lente in de lucht speelt het verlangen weer op, mensen. Wat mis ik dit. 

dinsdag 23 februari 2021

ZESTIG JAAR GETROUWD

Fresia's in heur haar. Ze contrasteren mooi met haar donkerbruine haarkleur, deze fris-witte lentebloemetjes. Haar glimlach een mengeling van blij, opgetogen en verlegen. Prachtige witte tanden in een lief, knap gezicht. Naast haar mijn vader,  zo jongensachtig nog. Met een leuk koppie met zijn haar in een zijscheiding. Trots kijkt hij. Hij trouwt met het mooiste meisje van het dorp tenslotte. 

Deze keurige katholieke edoch ondernemende jongeman had haar toch maar mooi aan de haak geslagen. Versierd tijdens een avondje uit. Dansen in cafe De Roemer. Dat deden de jongelui in de jaren vijftig en zestig in het dorp. Dansen in het cafe. Zo ook mijn vader en moeder. Wat een leuk idee dat ze elkaar zo hebben ontmoet. In een cafe waar elke week een band of orkestje speelde en waar iedereen met de beentjes van de vloer ging. Mijn mooie, lieve een beetje verlegen moeder die met haar vriendinnen uitging en mijn ondernemende ondeugende vader die zijn ogen niet van haar af kon houden en de stoute schoenen aantrok en met haar ging dansen. Wat zal hij haar mooi gevonden hebben. Net als al die andere jongemannen uit het dorp, maar hij heeft haar gekregen. 

Zestig jaar geleden, niet eens zo heel lang na hun eerste ontmoeting, zijn ze getrouwd. Op een dag in februari waarop - net als nu - de lente al in de lucht hing. Als een voorbode op hun huwelijk, die lente. Ze kregen vier kinderen. In het jaar dat ze trouwden werd ik geboren. In de jaren daarop mijn twee broers en tenslotte mijn zusje, de jongste. We verhuisden naar een ander dorp, naar een rijtjeshuis. Weg uit de veel te krappe flat.  Mijn broers en zus gingen naar de dorpsschool, ik op de fiets naar mijn oude dorp naar de middelbare. Mijn vader - verenigingsman in hart en nieren - werd lid van de plaatselijke vrijwillige brandweer. Mijn moeder bestierde het huishouden. Wat waren we blij met die eengezinswoning met een voor- en een achtertuin en met een heuse centrale verwarming. Ze wonen er nog, nadat alle kinderen uitvlogen, zijn ze er blijven wonen. Helemaal verknocht geraakt zijn ze, aan het dorp en aan de buurt. 

Ze ontvingen een felicitatie voor hun diamanten huwelijksdag van Willem Alexander en Maxima en van de commissaris van de Koning. Een grote taart werd er bezorgd, van de beste bakker van Zaanstad; een cadeau van de burgemeester. Afgelopen weekend haalden we ze op en hadden een heerlijke middag met de kinderen met partners, alle kleinkinderen met hun verkering. En twee hondjes. Een feestje aan De Zaan maakten we ervan, met door mijn moeder gebakken citroentaart en met coffee to go. Wat zaten we heerlijk, daar in het zonnetje. Het echte feest moet echter nog gevierd gaan worden. Door corona kan het nu nog niet. We hebben al een beetje plannen gemaakt wanneer we dat gaan doen. Als ik zestig word deze zomer. Maken we er een fantastisch feest van met familie, vrienden en met mijn bandje. In een strandtent die wordt gerund door een achterneef van mijn vader. Hoe mooi wil je het hebben?