vrijdag 24 april 2015

S'EVEILLE

'Paris.... s'eveille', neurie ik terwijl ik pittig voort stap.  Ik loop door ontwakend Amsterdam naar mijn werk. Aan de overkant van de kade zie ik een stroom fietsers; iets verderop beklimmen zij een ophaalbruggetje en zoeven daarna verder de stad in.
Vroege zonnestralen kietelen de stad, kussen de ontluikende blaadjes aan de bomen. De eerste bloesem.
En ik denk aan 'Een weeffout in onze sterren', het boek waarin de hoofdpersoon, een amerikaanse zieke, jonge vrouw met haar vriend Amsterdam bezoekt. Hoe ze onder de indruk zijn van de terrasjes aan de grachten waar de bloesem van de bomen als sneeuw over hen heen dwarrelt.
Ik steek schuin over, richting het ophaalbruggetje. Achter mij hoor ik plotseling klaaglijke geluiden. Een boom van een vent haalt mij in op zijn grote zwarte fiets. Een poes schreeuwt vanuit een bak voor op de bagage-drager. 'Mwoah, mwoaaah, baasje, ik wil er uit! En snel!' De man lispelt zoete woordjes tegen zijn poezenkind.
Ik geniet.

donderdag 16 april 2015

STREAKEN

Pffff, het lijkt wel of er een kachel aan staat onder mijn jas. Ik heb het bloedheet. En niet alleen omdat de zon schijnt. En het zo'n 18 graden is buiten en het binnen benauwd was. Het komt door de hormoontjes. En door het spannende gesprek van zojuist.
Ik bespeurde niet dat mijn gesprekspartners mijn vurige blosjes opmerkten, althans, het kon ook zijn dat het ze niet deerde. Het waren tenslotte vrouwen van mijn leeftijd: die kennen het klappen van dit hormonale zweepje vast wel.
Na het gesprek, schudde ik handen, zegde mensen gedag en trok mijn jas aan, voor de vorm, want liever nog had ik alles uitgetrokken en was ik streakend naar de trein gelopen. Gewoon, om 'n beetje af te koelen onderweg. Maar dat is ook weer zo wat. Zelfs voor een Vido als ik.

dinsdag 7 april 2015

GJUUKKUUUKUUBLABLADAAABADAAAGHK

'Moet je ook niet doen, he, met de Paasdagen', zeggen we tegen elkaar als we hemeltjesblij het terrein verlaten als waren we een hommel die urenlang in de gordijnen vast zat, een openstaand bovenluikje ontdekt en via die uitweg de vrije wereld weer in schiet. De uren ervoor kwamen we er gewoon niet meer af: al het verkeer stond muurvast! Iedereen wilde keukens en bedden en meubels en tuinspullen kijken, blijkbaar. De verkeersstroom op het terrein raakte danig geblokkeerd.
Opgelucht lachend rijden we door de polder en passeren een kinderboerderij. 'Daar was ik laatst', zeg ik, 'en daar zat zo'n..... GjuuukuuukuuuuBlabladaaabaadaghhkk...'  'Uhm, zeg mijn man, ja ja, Flipper de Flapper?' 'Neeeee, Flipper op een kinderboerderij? Nee, joh, het was een GjuukkuuukuuuBlabladaaaabadaaaghkk bladaaghuuukuubla. Da's toch heel wat anders?' 'Oooooh, ja, zo een, een uhm... ', zegt mijn man. Dit keer ondersteun ik mijn imitatie door mijn onderkinnetje flink heen weer te schudden en  een snaveltje van mijn mond te maken. En door een heel klein beetje met mijn onderarmen te fladderen.
Hij raadt het.

donderdag 2 april 2015

LADDERS

Ik woel in mijn lade, grijp een zwarte panty uit de hoop. Houd 'm met links vast en duw met rechts door de pijpjes. 'Tjees, wat 'n halen. Deze kan echt niet. Weg met dat ding.' Ik grabbel nogmaals. Weer 'n zwarte. 'Laat maar zitten: een gaatje bij de teen in de linkervoet. Dat wordt geheid een ladder in de loop van de middag.' Weer 'n greep. Weer 'n zwarte. 'Pffff, nee, dat ik die heb bewaard, de draadjes hangen er aan!' En ik pak de glanzende met een figuurcorrigerend broekje erin verwerkt. 'Mooi! Looks good. Die doe ik aan.' Check check in de spiegel. 'Ooooh, nee, een gaatje achterin het broekje. Uit!' Weer 'n exemplaar gevonden, een soortgelijke, wel doffer. Maar: zonder halen, ladders en gaatjes. Die wordt het. Keurig.
Snel de trap af, mijn tas vullen met alles wat een vrouw zoal meeneemt op sollicitatiegesprek. Mijn OV kaart valt uit mijn handen door de haast. Op de grond. Ik buk om 'm te pakken en..... zes ladders schieten er in het achterbovenbeen. Met drie stappen ben ik weer boven, bij de lade met de grote hoop.
Dan toch maar die voetloze. Smokkel ik er wel sokjes onder, zie je toch niet in die laarzen.