zaterdag 19 januari 2019

TUSSENSTUKJE

'Okay, ging lekker, maar het is een beetje veel van hetzelfde. We moeten het ergens spannender maken.' 'Ja, klopt, het loopt lekker, gaat maar door. Goeie groove, swingt wel. We moeten misschien iets er tussendoor doen met de dynamiek?' 'Nou, misschien eerder iets doen in de begeleiding. Een tussenstukje dat net even anders is, alleen in Am F, dat herhalen we en dan zingt Venus er overheen.' 'Okay, ja, doen we.'
'Uhm, lijkt mij ook okay', zeg ik, 'op welke plek precies?' 'Nou, bij dat tussenstukje!' 'Dat tussenstukje? Bedoel je het refrein?' 'Ja! Het refrein!' 'Okay, maar het refrein komt een paar keer voor in dit lied. Er zijn heel veel coupletten en op twee plaatsen wordt het refrein gezongen en dan ook nog eens herhaald. Dus bedoel je hier?' En ik houd het blaadje met de tekst omhoog. De mannen kijken amper naar mij, maar praten met elkaar over wat daar precies gespeeld moet worden, tijdens dat tussenstukje. De bassist speelt het even voor en de rest speelt mee. Het moet een paar keer over omdat de gitarist even uit zijn eigen Efteling gehaald moet worden; die had niet direct door dat er iets veranderd wordt. Maar nu is ook hij erbij. Ze spelen samen, klinkt mooi. Aandachtig luister ik maar waar ze dat stukje nu precies in willen passen is me nog steeds een raadsel. Maar dit gebeurt vaker tijdens repetities, dit vage gedoe. Ik ken mijn pappenheimers, als ik niet doorvraag gaan ze gewoon spelen en denken ze dat ik zo wel begrijp waar het moet gebeuren. Ik ga de kracht van de herhaling maar weer eens toepassen. Gewoon maar weer opnieuw vragen waar ze wat precies gaan veranderen.
'Dus hier, na het vierde couplet begint het refrein en dat herhalen we, maar dus vlak voor het refrein doen we dat tussenstukje? En daar zing ik overheen? Iets scatten, okay? '' Huh, neeeeeee! Nee, na het refrein, niet ervoor en niet op die plek, Venus, dat is te vroeg!' 'Goed, helder, verderop in het lied dus', opper ik en kras mijn aantekening na couplet vier maar weer weg. 'Na couplet acht is er weer dat refrein, dus daarvoor?' 'Ja, die plek Venus, maar niet voor het couplet, erna! Het tussenstukje komt erna!' 'Huh, niet voor het couplet? Het refrein bedoel je zeker?' 'Ja, tjee, ja, couplet, refrein. Ja, het refrein bedoel ik natuurlijk. En geef jij het dan aan, Venus? Als we daar zijn, want wij horen dat niet, waar je zit in de tekst he, wanneer het zover is.' 'Mooi', zeg ik terwijl ik alle eerdere aantekeningen doorkras en na het refrein opschrijf: 'geef een teken', 'ja, is goed en dan ga ik daar dus overheen zingen. Toch?' Nee joooh, nee, alleen instrumentaal. Zonder zang.' 'Oh, ahaaaa! Nu begrijp ik het. Goed, begin maar.'
'Mensenlief', denk ik terwijl de mannen het intro inzetten. 'Wat is communiceren in een band toch een wonderbaarlijk iets. Couplet, refrein, tussenstukje. Voor of juist na een van deze drie dingen moet er iets gebeuren en iedereen geeft het een andere naam. En wat er moet gebeuren... met zang, zonder zang. Iedereen denkt van elkaar dat de ander gedachten kan lezen, of zo.... Heeeeeel bijzonder, die communicatie in een band. Een klein wondertje toch elke keer weer, dat we elkaar ineens toch helemaal begrijpen.'
Het intro loopt af en ik zet in: Same old story's back again, she's not a lover, she's just a friend...

zaterdag 5 januari 2019

NAME DROPPER

Zodra hij zijn auto uitstapt begint het: 'Zo, ik had wel even door kunnen rijden naar Barend Middelhof, haha.' 'Oh ja, ja, die woont hier inderdaad dichtbij. Welkom, leuk dat je er bent. Kom verder.'
Samen lopen we de studio in waar de rest van de band al aan het inspelen is. Iedereen staat op en geeft de auditant netjes een hand. Nadat ook hij zijn instrument speelklaar heeft gemaakt, gaan we samen een kop koffie drinken in de lounge-hoek. Kunnen we meteen een beetje met elkaar babbelen. Maar die kans geeft de auditant ons helemaal niet. Aan een stuk door zit hij te name-droppen. Hij speelde in die band en die band met die en die. 'Hans Dulfer,  Candy en Wouter Kiers. Ken je die, Wouter?' 'Uhm, ja hoor', knikken we en voordat we iets kunnen vragen gaat hij alweer door. Een hele trits namen van in zijn ogen beroemde muzikanten waar hij allemaal mee heeft gespeeld, passeert de revue. Fameuze tenten en kroegen waar hij optrad. Allerlei voorvallen lepelt hij op, alsof hij in zijn eigen film speelde. Met zichzelf in de hoofdrol, uiteraard.
Wij knikken beleefd en er ontstaat een tweedeling in de groep. Zij die het lukten  te ontsnappen aan zijn woordenstroom en zij die nog gevangen zitten in diezelfde stroom en overvoerd worden met namen van beroemderikken; informatie over de enorme bedragen die hij verdiende; die jazz-tent en die tent. Samen met de gitarist, die helemaal dichtgeklapt van zijn cappuccino slurpt, knik ik stilletjes.
'Nou, laten we maar gaan spelen', zeg ik. 'Ik neem mijn koffie wel mee naar de studio.'
In de studio echter van hetzelfde laken een pak. Okay, hij kan best leuk bassen en heeft de 8 nummers die we toestuurden, er aardig inzitten. Maar na elk nummer weer dat name-droppen. En hij kan ook heel goed zingen. Wisten we dat al? Ter illustratie barst hij los. 'Een ongeoefende stem maar ach, het klinkt niet onaardig', denk ik. 'Oh, best leuk, je mag wel in mijn achtergrondkoortje meezingen hoor.' Niks daarvan, zie ik hem denken, dat wordt lead zang. Na enige tijd schalt hij er weer op los: weer datzelfde liedje. Beleefd lachend laten we hem even, onderwijl de aantekeningen zoekend voor het volgende nummer. 'Midnight in Harlem, gaat dat lukken', vraagt de toetsenist die toevallig ook erg goed kan bassen. maar dat weet de auditant niet. 'Ja, natuurlijk begin maar', antwoordt hij, 'daar kom ik wel uit.' Na enkele maten stopt de toetsenist en loopt naar de auditant. 'Misschien is het handig als ik het eventjes voorspeel, niet om het een of ander hoor? Mag ik even? Kijk, je blijft in E maar hier ga je naar Am. De auditant rukt nog net niet zijn peperdure bas uit de handen van de toetsenist en bitst: 'zo, ga maar spelen. Ik kom er wel uit.' We spelen en komen niet aan ons minuutje reflectie toe. De auditant heeft haast en wil verder. Hopla, volgende nummer. Hij neemt zelfs de tijd niet meer om namen te droppen of herinneringen aan zichzelf op te halen.
Na een paar uur is het schluss. Het moment is daar gekomen: afscheid en afspraken. De auditant geeft aan dat hij er nog wel een nachtje over wil slapen want tja, hij heeft ook nog die andere jaren zestig band. Okay, die drummer is niet goed en die zanger niet zo goed meer bij stem. 'Ik geef trouwens ook drumles, wisten jullie dat al? En laatst in die band hebben we vijfstemmig gezongen. Maar goed, ik wil er nog wel even over nadenken. ' 'Okay, wanneer bel je ons?' 'Uhm, over een paar dagen.'
De volgende ochtend bellen wij hem maar. 'Bedankt voor de auditie, je kunt bassen maar... ' en we geven hem mooie feedback op zijn gedrag. 'Je past toch niet zo goed bij ons.' 'Nou', zegt hij, 'ik vond jullie erg tegenvallen. Qua niveau.'
Tja...
Lachend kijken mijn man - de toetsenist annex bassist - en ik - zangeres - elkaar aan. 'Zo, nu kan hij wel mooi tegen iedereen zeggen dat hij met Moondance heeft gespeeld.'