zaterdag 4 mei 2019

KEN UND BARBIE

'Wat zit die man naar me te kijken, zeg, moet je zien, Venus.' Ik draai mijn hoofd naar links, buig iets naar voren en zie de huurauto naast ons met twee jongens achterin, vader achter het stuur en moeder rechts naast hem. 'Mmm, tja, nu kijkt hij net niet, maar zat hij je te bekijken dan?' 'Klopt Venus. Hij staarde me recht aan, heel vreemd.' 'Okay', zeg ik en zak weer terug in mijn stoel.
We wachten op de autoverhuurder. Die komt om 7 uur. We zijn wat vroeg, moeten nog zeker 10 minuten wachten.
We zuchten en kijken een beetje landerig naar de hemel die van roze naar zachtlila kleurt.
De buurman is inmiddels uitgestapt en loopt naar de vluchtheuvel recht tegenover ons. Daar gaat hij op staan, hij zet zijn benen iets uit elkaar en rekt zich uit. Zijn handen vouwt hij daarbij ineen. Vervolgens trekt hij 1 been op, knie omhoog, weer neer, andere knie omhoog en weer neer. Dat herhaalt hij zo'n vijf keer.
Een beetje houterig oogt het, temeer omdat hij een driekwart broek draagt, een iets te lang uitgevallen - steenrode -  korte broek, met daaronder hoge - vanille kleurige -  sokken. Kousen eerder. En sandalen. Verder draagt hij een keurig gestreken geruit overhemd.
Hij is wel erg knap, valt me op. Hij heeft een glad gezicht met van die trekken... net Ken, van Barbie. Zijn Barbie - een iets verpieterde versie -  wacht in de auto.  De twee knapen achterin staren een beetje suffig naar buiten.
Ken is overgestapt op een andere oefening. Hij vouwt zijn onderbeen naar achteren, pakt 'm vast en trekt eraan. Stretchen, zo heet dat. Ook dit wisselt hij af, rechts, links, rechts, links. En dan, nee, we kunnen het niet geloven maar het gebeurt echt, gaat hij planken. Op dat vluchtheuveltje. Na elke opduw haalt hij tamelijk overdreven adem, heft zijn kin, duwt 'm weer naar beneden en zakt met gestrekte rug en benen tot bijna aan de tegels.
Gelukkig, daar komt de autoverhuurder aan. Dezelfde joviale vent die aan  het begin van onze vakantie de verhuur met ons regelde. Hij duwt de deur van de loods omhoog; we kunnen naar binnen rijden nu. Ken onderwijl is razendsnel achter zijn stuur gekropen en rijdt voor ons uit. Wij volgen hem en parkeren in.
Barbie staat al voor het nog gesloten kantoortje te wachten met haar papieren in de hand. De verhuurder echter loopt naar ons, schudt ons de hand en checkt onze auto. Alles goed, we hoeven verder niks te doen en overhandigen hem de sleutel. Dan gaat hij naar Barbie. De twee knapen en hun knappe vader blijven wachten bij de koffers en tassen. Dat zijn er heel wat.
Ken hangt inmiddels de joviale vader uit. Hij maakt grapjes - duitse grapjes horen we -  en slaat zijn zoons lachend op de schouders. Die staan erbij als houten Klazen, reageren zo goed als niet en staren naar de grond.
Als de verhuurder de pendelbus opent, staat Ken er meteen bij. Barbie ook, zij opent - met volle kracht - de achterdeuren. Ken begint meteen met laden. De verhuurder loopt om de bus en pakt eerst de koffer van mijn man en dan die van mij en zet ze bovenop de stapel van Ken. Die kijkt onthutst: hij heeft nog drie tassen namelijk en waar moet hij die nu kwijt. Met moeite zet hij ze bovenop. De verhuurder sluit de deuren weer, loopt naar voren en stapt in.
De twee knapen zitten al op de bank achterin, Barbie zit op de middelste bank. Het ziet ernaar uit dat mijn man voorin moet gaan zitten, naast de verhuurder en ik tussen Ken en Barbie. Of naast ze.
Maar dat doen we niet. We gaan snel samen op de middelste bank zitten, mijn man en ik, naast Barbie.  De verhuurder start de bus, wacht tot Ken naast hem zit en rijdt  naar buiten. De zon schijnt door het voorraam naar binnen.
Ken zwijgt, Barbie zwijgt, de knapen zwijgen. Ook wij zwijgen en kijken naar de dorre, rommelige velden langs de snelweg richting vliegveld. Ik knijp zachtjes in de hand van mijn man. Hij knijpt zachtjes terug.