zondag 18 juni 2017

KLEMVAST

De man is dik. En op leeftijd. Zijn forse buik zwabbert bij elke stap heen en weer. Hangt over zijn te kleine, krappe rode zwembroekje. Om zijn hals een gouden schakelketting. Op zijn kop een jeugdig wit petje. Onder zijn linkeroksel een vrouwtje. Zij zit klemvast. Probeert zo goed en zo kwaad als 't gaat in zijn tempo mee te lopen, wat niet meevalt op dat zachte zand in de branding. Hun voeten zakken bij elke stap diep weg.
Als hij iets ziet op zee, draait hij naar rechts en neemt haar in zijn beweging mee. Met zijn grote, vierkante hand wijst hij naar 'n jacht dat passeert. Ze zegt niks en kijkt de andere kant op. Als hij uitgekeken is, draait hij weer ietsje terug naar links en hervat de wandeling.
Stijfjes loopt ze mee, probeert los te komen, zet even 'n stapje naar links en draait zich een heel klein beetje van hem af. Hij verstevigt zijn greep en loopt gestaag door. Ze past zich direct aan aan zijn tempo, althans, ze doet haar best.  Het gaat haar moeilijk af, zijn stappen zijn voor haar veel te groot.
Na zo'n tien meter blijven ze weer staan omdat hij iets in zee ziet. Aandachtig tuurt hij in de verte. Daardoor lukt het haar zich onder zijn oksel vandaan te wurmen. Alsof ze onder een te laag poortje doorloopt, zo beweegt ze zich. Ze gaat ietsje door de knieen en draait zich van hem af. Zo floept ze onder hem vandaan. Los! Opluchting maakt zich van mij meester.  Ik voel me plaatsvervangend bevrijd. De man doet alsof hij het niet opmerkt, blijft naar een paar zwemmers in de verte kijken. En zij... zij weet niet wat te doen met haar vrijheid en blijft staan. Vlakbij hem. Met hangende schoudertjes en een gebogen kopje. De wind speelt met haar donkerblonde halflange haar. Ze is meisjesachtig tenger en draagt een zwarte bikini. Hij doet achterwaarts een stap in haar richting, blijft onderwijl naar de zee kijken en maait met zijn arm om haar heen. Beet. Willoos voegt ze zich. Zo lopen ze verder langs de branding tot ze uit zicht zijn.

2 opmerkingen: