vrijdag 15 november 2019

ZAANKANTERS

Ademloos keken we naar de film. Wat een beelden, wat een sfeer, wat een muziek, wat een spiritualiteit. Wat een prachtig tijdsbeeld ook. Heimwee naar de jaren zeventig kreeg ik. Wat waren wij mensen toen mooi! Wat waren we slank, hip, leuk gekleed en vrijgevochten! Mannen en vrouwen met afro-kapsels, zo cool! Nu zie je ze gelukkig weer vaker, die grote koppen wuivende krulletjes.
Het rommelige camera-werk - een lens die niet snel genoeg op scherp sprong als er werd gefocused -  maakte het alleen maar mooier. En dat de opnames even gestopt werden omdat iemand een glas water had omgestoten, waardoor de snoeren nat werden... fantastisch
Het gospelkoor, zittend, geleid door een gepassioneerde dirigent, zong met recht de sterren van de hemel. Twee vrouwelijke koorleden met stemmen zo helder als kerkklokken, deden af en toe backing-vocals en gaven Aretha's stem een hemelse touch mee.
De Stones en als ik me niet vergis David Crosby op de kerkbankjes. Aretha's vader, dominee, die prachtige woorden over zijn dochter sprak daar in de Baptistische Kerk.
Aretha zelf, zo geconcentreerd en nog zo jong.  Zweetdruppeltjes als pareltjes glinsterden op haar gezicht.
Mijn man moest soms huilen, zo geraakt was hij door de film. Ik  danste in gedachten uitgelaten mee. Echt opstaan en dansen had niet gekund; de bioscoopzaal was zo afgeladen vol, dat er extra stoelen bij gezet moesten worden.  Een uitzondering in dit filmhuis. Er zijn dagen dat je daar met zijn viertjes in een verder lege zaal zit. Hoe goed de films ook zijn, er komen altijd veel te weinig mensen. Wat iets zegt over de Zaankanters. Vind ik, hoor.
Na ruim anderhalf uur was de film over. Lichten aan, jassen weer dicht. Schuifelend achter elkaar aan naar buiten, de donkerte en de kou in. Buiten gekomen mengden we ons tussen andere vertrekkende bezoekers. We liepen langs een iets ouder stel, zestigers zo te zien. De vrouw had haar fiets al van het slot gehaald, de man was er nog mee bezig. Klik, daar schoot 'ie los. Met de fiets aan zijn hand liep hij naar zijn vrouw en sprak de legendarisch woorden:
'Tjezus, wat een zootje was het in die kerk. Wat een kolere-bende, man.  Maar de muziek was wel goed!' En ze fietsten weg richting de Oostzijde.
Ik gaf mijn man een hand. 'Hoorde je dat?' 'Ja Venus.  Zaankanters....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten