zondag 17 mei 2020

VIRTUELE RELATIE OPBOUW

Ik merk dat het niet meevalt om ergens vers aan de slag te gaan, terwijl je de nieuwe collega's nog nooit in het echt hebt gezien of gesproken.  Het is echt inspannend. Ik ben voor hen nog een heel abstract gegeven en dat geldt omgekeerd net zo.
Ik word er best moe van, mijn brein heeft het er moeilijk mee, want ik wil een relatie opbouwen,  een goeie binding krijgen, maar hoe doe je dat? Wat is dat moeilijk, zeg. En voor hen net zo goed naar mij.

Want zeg nou zelf: wat voor binding heb je met mensen die je alleen kent van mailen, af en toe een telefoontje of wat video-callen of elkaar zien en spreken via teams of zoom?

Er ontbreekt iets.

Er ontbreekt iets in het contact waardoor ik - als ik de verbinding uit klik - de anderen weer helemaal kwijt ben. En dat zullen de anderen, die aan de andere kant van mijn cameraatje zaten, ook met mij hebben.
Dan zit ik daar alleen in mijn keuken en kijk naar buiten en hoor de ruisende stilte. Niks niet even lekker nakletsen en samen met de lift naar beneden, terug naar je werkplek.

Ik merk het ook aan het feit dat ik weliswaar netjes word uitgenodigd voor allerlei online bijeenkomsten, maar dat ik - de nieuweling - geen stukken krijg toegestuurd. En ik me dus suf zit te mailen en bellen om te achterhalen wie in go-des-naam de agenda en het verslag toestuurt. En de sheets en de notities. De actielijst. Het overzicht met de te bespreken mensen. Noem maar op. Ik krijg het gewoon niet. Omdat ik in de mind-set van de nieuwe collega's nog geen echt mens ben.

Denk ik.

Want ze weten niet dat ik met mijn beentjes schop als ik loop; dat ik bloos als ik plotseling in de aandacht sta; dat ik graag grapjes maak en het heerlijk vind als mensen erom lachen; dat ik graag lekker meepraat en niet alleen wil luisteren; dat ik elke dag een lekker licht bloemig & citrus-achtig geurtje draag; dat mijn haar glimt als het pas gewassen is en naar honing ruikt. Ze weten niet dat ik graag cappuccino drink - en altijd voor anderen wat meeneem uit de keuken -  en dat als ik zelf broodjes van huis meeneem, er bijna altijd pinda-kaas opzit. En dat ik heel graag appeltjes eet, zeker als ik anderen appeltjes hoor eten. Dat geluid doet me het water in de mond lopen en als in een reflex pak ik de Jonagold uit mijn tas en zet er mijn tanden in. En oh ja, ik poets altijd eerst mijn appeltje door hem op te wrijven over de stof van mijn broek of rok. Dat weten ze allemaal niet.
Ze zien mijn volgepropte, veel gebruikte handige rugtas niet staan naast mijn stoel, mijn leuke, hippe jas niet hangen aan de kapstok, mijn knalroze colbertje niet bungelen over de rugleuning  in de vergaderkamer.

Nieuwe relaties opbouwen - het leukste van het interimmen, vind ik - me profileren, het lukt niet goed nu dat louter virtueel moet. Ik tenminste,  vind 't verdomd moeilijk.

Dus heb ik gezeurd of ik alsjeblieft niet voor 1 keertje, nee echt voor 1 keertje maar, naar kantoor mag. Om de mensen die daar wel elke dag werken - want de meesten hebben een vitaal beroep - in het echt te ontmoeten.
Het mag!
Woensdag ga ik! Heerlijk! Ik heb er zin in, mensen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten