maandag 31 augustus 2020

DROMEN DELEN

Zo gaat dat steeds. Ik zie 'm in een ander. In de jongen bij het stoplicht, op zijn scooter, met een meisje achterop. Als hij wegrijdt, slaat ze haar armen om hem heen. Ik zie waarom ik aan hem denk: dat smalle, fijne gezicht, het lange donkerblonde haar in een knot op zijn hoofd. Een tenger postuur. Maar Jop zou nooit op een scooter rijden en zeker niet met een meisje achterop dat haar armen om hem heenslaat als hij wegrijdt. 

'Hoe zou het met hem zijn? Nu? Het is middag, daar is het een stuk warmer nog dan hier.'  Ik zie hem voor me, mijn zoon. Zittend in meditatiehouding in een prachtig groen berggebied. Zijn ogen gesloten. In zichzelf gekeerd. 

'Zou hij nog wel eens aan mij denken? Aan ons?' Ik kijk naar links, waar mijn man achter het stuur zit. Nu is het groen voor ons. Hij geeft gas en zegt: ' Hoe zou het met Jop zijn?' 

'Zag je hem ook in die jongen terug? Precies zo'n jongen, he?' Hij knikt van ja en we delen onze gedachten. 

Zo gaat dat steeds. Ik zie 'm in een ander. En precies op hetzelfde moment ziet mijn man hetzelfde als ik. En precies op hetzelfde moment denken we hetzelfde. Zelfs in onze dromen komt hij op hetzelfde moment voor; in soortgelijke situaties. Dat is iets nieuws, trouwens. Sinds dit jaar. 's Ochtends bij het ontwaken vertellen we elkaar erover, hoe hij was en wat hij deed in onze droom. De verhalen lijken elkaar aan te vullen. Vreemd genoeg voelt het heel normaal. 

We slaan rechtsaf, de laan in die voor ons huis langs loopt. De jongen op de scooter met zijn meisje achterop, rijdt een heel eind voor ons uit, slaat rechtsaf en verdwijnt uit beeld. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten