donderdag 22 oktober 2020

SLAGVELD IN MIJN KEUKEN

'Gatverdarrie, alweer zo'n kolerebeestje. Verdorie, nu kriebelt 'ie in mijn neusgat.'  Snel grijp ik naar mijn neus, maar gevlogen is het kreng alweer. Recht op het scherm van mijn Macbook gaat hij af. Op naar het licht. 'Ik zal je krijgen, kreng! ' En ik klauw naar het minuscule beestje en... grijp mis. 

'Waar is ' ie gebleven? Geen idee.' Ik typ weer verder aan mijn mail. 'Nee he, weer eentje!'  Dit keer vlak naast mijn toetsenbord, op de witte tafel. Supersnel druk ik met mijn vinger en ... raak. Verpletterd. Jammer dan, een verloren leven, nou ja, leven, het kreng zou hooguit 1 dag leven en dan alweer vanzelf sterven. 

Teams roept! We heten elkaar welkom en beginnen te vergaderen. Af en toe schuif ik met mijn muis over het beeld, dat verhelpt de hapering. 'Verdomme nog an toe: weer zo'n eendagsmonster voor mijn scherm.' Woesh, daar vliegt het beestje rechtstreeks in mijn haar om daarna voor mijn ogen te gaan vliegen.  Geërgerd wapper ik met mijn hand voor mijn gezicht. Weg is hij. 

Na de vergadering sta ik op om een kop thee te zetten. Buiten is het wat lichter  geworden en ik trek het rolgordijn omhoog. 'Fijn even het zonnetje binnen laten.' Dan zie iets verschrikkelijks! Het hele raam zit vol met kriebelende fruitvliegjes. 'Waar komen die ineens vandaan?! Wat veel!! Walgelijk!! Wat moet ik hieraan doen?! Eerst moeten ze weg. Weg.Weg!!' Ik pak de stofzuiger en slorp zoveel mogelijk van die secreten de slang in. Voor alle zekerheid druk ik de mond van de slang af en toe op een handdoekje op het aanrecht. Een hoog piepend geluid scheert door de keuken. Zo weet ik zeker dat ze naar binnen worden gezogen en er niet snel weer uitvliegen. 

Het aantal krioelende beestjes is nu tot de helft gereduceerd, maar toch kriebelen er nog steeds tientallen, misschien wel een paar honderd, over mijn raam. 'Glassex!'  Snel rommel ik door mijn gootsteenkastje en vindt een grote nieuwe fles nog helemaal vol met het blauwe goedje. Ik spuit er royaal mee op het raam en daar gaan ze. Mee met de naar spiritus ruikende tranen die naar beneden rollen tot aan het kozijn. Daar blijven ze nog even vechten voor hun leventje. Makkie. Met een doek in de hand druk ik ze een voor een dood! ' Sterven zullen jullie! Krengen! Sterf!!' 

Weer achter mijn laptop - ik heb zowaar een half uur besteed aan deze moordpartij, aan dit slagveld in mijn keukentje - probeer ik verder te werken.  Ben er moe van en voel mijn huid prikken van afkeer van die krengen. 'Gatverdamme, ze dwarrelen nog steeds rond.'  Als ik naar het raam kijk, zie ik dat er echt elke tien tellen wel weer een paar tegenaan vliegen. De Glassex is weggezakt, ze blijven dus weer leven. Weer spuit ik het raam vol en daar gaan er weer enkele tientallen hun dood tegemoet. Herhaling van zetten, met de geruite doek druk ik er tientallen dood.

Klaar ben ik ermee. Ik sluit mijn werk-account af, pak mijn boodschappentas en portemonnee en ga naar de supermarkt om een grote spuitbus anti-insecten-middel te kopen. Snel ga ik naar huis en zie dat er onderwijl weer heel veel, oneindig veel nieuwe fruitvliegjes op het raam zitten. 

'Okay', denk ik, 'ik kan wel blijven moorden, maar waar komen die krengen vandaan? Wat is de bron van het kwaad?'  Speurend loop ik door de keuken, de kamer, de gang, het toilet. Ik kan de bron niet achterhalen. Zie niet waar ze vandaan komen. Omdat ik nog moet koken, besluit ik te wachten met de spuitbus; ik verdrink er eerst nog zo'n 100 in de Glassex en veeg ze van het kozijn. 

's Avonds, na het eten, kijk ik nog eens op het raam en ja hoor, ze zitten er weer. Herhaling van zetten: spuiten, verdrinken en een enkele in doodstrijd verkerend fruitvlieg naar de eeuwige jachtvelden helpen met behulp van mijn geruite theedoek. 'Dood! Dood! Dood krengen! Dood!' 

Mijn man is inmiddels ook bevangen door de fruitvliegjes koorts en gaat ook speuren naar de bron van het kwaad. ' Kijk nou eens, Venus, gatverdegatver! Jaaaaak. Ze komen uit het pedaalemmertje in het gootsteenkastje.'  Er komt een vieze lucht uit het emmertje, blijkbaar heeft er iets in liggen broeien, een fijne voedingsbodem voor de zich voortdurende voortplantende soort die fruitvliegje heet. Glorix, heet water en boenen maar. Verwoed zit hij daar te schrobben. De pedaalemmer gaat naar buiten, het afval wordt snel weggekieperd. 

Pas als we gaan slapen, mag ik van mezelf doen waar ik al de hele middag en avond zin in heb. Ik pak de spuitbus, even lekker schudden, dop eraf en PSSSSST PSSSST PSSST . Al snel vult de keuken zich met dat specifieke chemische luchtje. Ook het gootsteenkastje spuit ik vol gif. Heerlijk! 

Dood. Aan. De. Fruitvliegjes! 

De volgende ochtend liggen er heerlijk veel lijkjes op het kozijn van het raam. Een enkele dwarrelt nog levend rond. Wat suffig, dat wel. Met groot genoegen druk ik ze tegen het raam, een voor een. Duw en wrijf. 'Bye bye fruitvliegje.' 

Ja, met een oneindig genoegen beëindig ik deze jonge leventjes. Stuk voor stuk. Een voor een. Heerlijk! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten