zondag 1 april 2018

WILDVLEES

De deur wordt met grote kracht opengeschoven. 'Zo, waar gaat de reis naartoe?' Slaapdronken kijk ik op en zie de grote, brede kaalhoofdige man naast het busje staan. In zijn zwarte, lederen jas. Indringend kijkt hij terug en ik begrijp dat hij tegen mij sprak, zojuist. 'Uhm, naar Sevilla', lispel ik. Hij antwoordt niet, maar blijft me aankijken. 'Ach, u wilt er door?' Ik schuif naar het midden van de achterbank zodat hij erdoor kan. Met grote kracht duwt hij de rugleuning van de stoel, waarop ik eerst zat, naar beneden en klimt het taxi-busje in. Zijn gewicht doet het busje wiebelen. In zijn kielzog klimmen twee blonde vrouwtjes naar binnen. Meer zie ik niet van ze, zo in het donker, dan dat ze klein en blond zijn. Het is nog maar net aan vijf uur in de ochtend en ik ben zo suf als een konijn door het slaapgebrek. Om half vijf opgehaald tenslotte door de taxi. En nu moesten we deze mensen ook nog even ophalen, naar onderweg bleek.
De taxi-chauffeur klimt weer achter het stuur. Ik zit nu pal achter hem, op de bank midden in het busje. Ik ben maar helemaal naar links geschoven, zodat ik tegen de deur kan leunen. Mijn man zit rechts van hem, voorin, op de passagiersstoel.
De drie mensen achter mij kennen de chauffeur goed; ze beginnen direct over mijn hoofd op luide toon tegen hem te praten. Ik sluimer verder. Mijn man is ook stilgevallen en dommelt wat. We zoeven over de donkere snelweg richting Schiphol en luisteren naar het gesprek in het busje.
'Dat is me wat, he?' zegt een van de vrouwen, 'met Danny's teen. Die ingegroeide teennagel.' 'Ja', bromt de chauffeur. 'Ik zei nog zo, ga er weer mee naar de dokter. Maar die doet niks, volgens Danny. Dus ik zeg: dan ga je naar een andere huisarts.' 'Ja. Hij moet er wel wat aan doen, want hij kan er zelf niet meer bij. Door al dat wildvlees tussen zijn tenen. Hij kan het niet zelf doen', vindt de blonde vrouw.  'Het doet onwijs veel pijn, denk je ook niet.' Zeker, maar hij is echt een eigenwijs stuk vreten', zegt de chauffeur. 'Ik heb het al zo vaak met hem besproken. Hij gaat gewoon door met dat zere poot.'
Ik begrijp dat het over zijn zoon gaat, Danny, die een ingegroeide teennagel heeft die wordt overwoekerd door wildvlees. En dat hij pijn heeft maar er niks aan doet. 'Weet je, hij moet gewoon naar de huisartsenpost en de Eerste Hulp gaan en zeggen dat hij het niet meer houdt van de pijn' oppert het blonde vrouwtje nu. 'Dan moeten ze hem wel helpen. Niet meer naar die huisarts van hem gaan hoor. Die huisartsen doen toch niks. Die doen echt helemaal niks meer tegenwoordig.'  De chauffeur vindt het een goede suggestie. 'Ik zal 't tegen Dan zeggen.'
We zijn er: de vertrekhal. De man achter mij duwt de rugleuning naar voren en laat de twee blonde vrouwtjes uitstappen. Dan klimt hij zelf naar buiten. Ik wacht tot ze buiten staan en ga dan ook het busje uit. Mijn man staat al buiten en betaalt de chauffeur.
Nu zie ik het drietal goed, zo, in het licht van de hal achter ons. En nu pas zie ik dat het moeder en dochter zijn, die kleine blonde vrouwtjes. De man in de lederen jas betaalt de chauffeur niet. 'Fijne vakantie, he', zeggen de vrouwtjes tegen ons. 'Dankjewel, jullie ook.' Nog steeds slaapdronken stommelen we naar onze incheckbalie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten