donderdag 28 februari 2019

JOS

'Hallo, goedemorgen. Ik ben Jos.' 'Hoi, ik ben Venus. Ga zitten, ik kom eraan. Koffie? Koekje erbij?'
Jos zit al, terwijl ik koffie inschenk en hem een koek offreer. Mijn man schuift ook aan. Ook hij krijgt koffie, geen koek.
'Zo, ja, haha, voor ons geen koek, we zijn aan het lijnen', lachen we. Jos neemt een slokje van zijn koffie en breekt vervolgens zijn gevulde koek in tien stukjes, stopt een stukje in zijn mond, kauwt erop en neemt weer een slok koffie. We raken aan de praat, met deze schilder annex stukadoor.  In onvervalst Noordwijks vertelt hij over zichzelf.  Eerst over zijn werk, elke dag weer een andere klus op een andere locatie want ja, hij werkt in opdracht van het tussenbedrijf van de verzekering. Die zet handige mannen als Jos aan het werk als verzekerden als wij schade hebben aan schilder- en stucwerk. Al snel zitten mijn man en ik in de luisterstand om tafel want Jos, hij praat wel en hij is erg openhartig. We hummen, knikken en stellen van die vragen waardoor Jos zich vrijer en vrijer gaat voelen. Over zijn ex-vrouw gaat het inmiddels, die hem 10 jaar geleden zomaar verliet. Daar zat hij dan, met drie jonge kinderen. Hij heeft 't helemaal alleen gerooid. Moeders was 200 kilometer verderop gaan wonen. 'Tjees, wat erg, wat vonden je kinderen ervan?' Jos vertelt en vertelt verder. 'Dus ja', eindigt hij, 'maar ja, alleen is maar alleen. Drie jaar geleden vond ik gelukkig weer een nieuwe vriendin. Ze was tien jaar jonger, halverwege de veertig, had twee dochters en net als ik, een ex. We waren echt gek op elkaar.' 'Waren?' 'Ja, want...' en zijn ogen vullen zich met tranen... 'Ze had borstkanker. Ze heeft het me meteen verteld, hoor,  maar het schrok mij niet af. Nog anderhalf jaar hebben we het mooi gehad samen, toen werd ze ineens heel erg ziek. In minder dan een maand was het over.' Stilte. Jos kijkt voor zich uit. Als hij mij aankijkt, zie ik weer die verdrietige ogen. Ik neem een slok van mijn koffie. Jos neemt nog een stukje koek. 'Hoe lang geleden... ' 'Juli, in juli vorig jaar is ze overleden.' 'Tjeetje, man, Jos, dat is nog kort geleden. Je bent nog enorm in de rouw, man.' 'Ja', zegt Jos, 'dat klopt maar ik ga door, hoor. Zo verwerk ik het, door gewoon weer te werken en van alles te doen. Ik heb er wel een prachtig contact met haar dochters aan overgehouden. Eigenlijk heb ik nu vijf kinderen. We zijn heel close. En ik ben lid geworden van een wandelvereniging. Komend weekend ga ik weer wandelen. Heerlijk. Zo leer ik ook weer nieuwe mensen kennen. Maar he, ik zit hier al veel te lang te ouwehoeren, mensen. Bedankt voor de koffie.' En daar gaat Jos weer, naar boven. De waterschade verhelpen. Al snel vult ons huis zich met de geur van verf. Mijn man gaat boodschappen doen, ik ruim de koffietafel af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten