dinsdag 7 april 2015

GJUUKKUUUKUUBLABLADAAABADAAAGHK

'Moet je ook niet doen, he, met de Paasdagen', zeggen we tegen elkaar als we hemeltjesblij het terrein verlaten als waren we een hommel die urenlang in de gordijnen vast zat, een openstaand bovenluikje ontdekt en via die uitweg de vrije wereld weer in schiet. De uren ervoor kwamen we er gewoon niet meer af: al het verkeer stond muurvast! Iedereen wilde keukens en bedden en meubels en tuinspullen kijken, blijkbaar. De verkeersstroom op het terrein raakte danig geblokkeerd.
Opgelucht lachend rijden we door de polder en passeren een kinderboerderij. 'Daar was ik laatst', zeg ik, 'en daar zat zo'n..... GjuuukuuukuuuuBlabladaaabaadaghhkk...'  'Uhm, zeg mijn man, ja ja, Flipper de Flapper?' 'Neeeee, Flipper op een kinderboerderij? Nee, joh, het was een GjuukkuuukuuuBlabladaaaabadaaaghkk bladaaghuuukuubla. Da's toch heel wat anders?' 'Oooooh, ja, zo een, een uhm... ', zegt mijn man. Dit keer ondersteun ik mijn imitatie door mijn onderkinnetje flink heen weer te schudden en  een snaveltje van mijn mond te maken. En door een heel klein beetje met mijn onderarmen te fladderen.
Hij raadt het.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten