maandag 16 juli 2018

DE HOMMEL

Zigzaggend daalt hij af naar de bananenschil. Omzichtig nestelt hij zich bij de kam van de banaan, dat stukje waar die eerst vastzat aan de plant. De schil is omgekruld en al een beetje bruin aan het worden. De hommel blijft zitten, verroert zich niet.
Aandachtig bekijk ik het beestje, dat wollige ronde lijfje en die koper-goud glanzende vleugeltjes. De gelede pootjes. Er zit geen leven meer in, ben ik bang.
'Er zit hier een hommel en het lijkt erop dat hij hier is gekomen om te sterven. Zielig he? We gaan hem redden, Okay? Eigenlijk heeft hij nu een beetje suikerwater nodig maar dat hebben we hier niet. Wacht...'  Ik schroef de dop van mijn Dopper en duw 'm in het zand naast de bananenschil. Schenk een heel klein beetje water in de dop. Duw de dop nog ietsje meer richting de schil. De hommel merkt het op. Als ik mijn hand weghaal, beweegt hij zijn linker voorpootje om te voelen of dat werkelijk water is, in dat gele ding naast hem. Wat hij voelt bevalt hem, hij rommelt richting de dop, stapt over op de rand en beweegt pootje voor pootje om het laagje water heen. Af en toe stopt hij met bewegen en ik denk dat hij dan wat drinkt. Ik weet het niet zeker, maar ik hoop het wel, natuurlijk.
'Weet je wat we kunnen doen? Een hapje van een appel nemen en dat uitspugen. Dan kan hij lekker smikkelen van die appel-brij.' Mijn man voegt direct de daad bij het woord en kauwt snel een hapje appel fijn. Spuugt de smurrie in zijn hand en drapeert dat op de bananenschil. Ook dit merkt de hommel direct op. Hij manoeuvreert terug richting bananenschil en vindt al snel de appel-smurrie. Lijkt er eventjes aan te snuffelen zonder interesse. Maar dan begint hij ineens druk te smikkelen. Verrukt kijken mijn man en ik toe hoe de hommel bezig is zichzelf weer op te kaltefateren. 'Slim beestje, he?' 'Ja. Hij snapt het!'
Als hij uitgegeten is, blijft hij nog heel lang stilzitten. Ik laat 'm maar lekker bijkomen. Af en toe kijk ik weer eventjes hoe het met hem gaat. 'Vermoedelijk is hij aan het uitbuiken en wacht hij tot hij weer genoeg power heeft.'  Dat laat echter heel erg lang op zich wachten. Ik ga maar een stukje wandelen langs de vloedlijn, terwijl mijn man de wacht houdt.
'Hoe gaat 't met 'm,' vraag ik als ik terugkom. 'Prima, moet je kijken joh, hij beweegt steeds meer.' Opgetogen ga ik liggen, bijna met mijn neus tegen de bananenschil. Ja hoor, daar zie ik 'm, vlakbij de kam zit hij en hij rommelt lekker wat af. Ik ben gerustgesteld en ga 'n boekje lezen. Ineens roept mijn man: 'Venus! Kijk!' Nog net op tijd zie ik de hommel opstijgen, als een helikopter die het platform verticaal verlaat. In volle kracht schiet hij omhoog en zwenkt full-swing richting het gezin naast ons. 'Oh neeeee, die hebben een heel grote hond bij zich. Oei.... ik houd mijn hart vast.'  De hommel scheert over de kop van de hond, die in een reflex zijn muil opent. En weer dicht klapt. Mijn hart slaat over. 'Oh!! Nee!!' roep ik. Maarrrr ... mis, de hond hapt mis. De hommel vliegt in volle vaart verder, raakt uit zicht.
'Yeah! We did it!' roepen mijn man en ik en we geven elkaar een high five! En net als we lacherig weer gaan zitten, vliegt de hommel terug, landt weer op de bananenschil. 'Kijk nou. Hij is in gezelschap! Ze zijn met zijn tweetjes! Wat lief! Alsof hij wil laten zien wie hem hebben geholpen!!' Twee hommeltjes op de bananenschil zitten heel eventjes stil. Alsof ze naar ons kijken.  Dan stijgen ze weer op,  tegelijk en saampjes vliegen ze weg. In volle vaart.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten