zondag 12 januari 2020

GEWOON WEER VERDER

Seinstoring! We moeten met de bus. Snel dribbel ik naar de geïmproviseerde bushalte langs de autoweg en sluit achteraan in de rij. De bus arriveert. Haastig stappen de mensen voor mij in. Helaas, ik en nog drie mensen voor mij, passen er niet meer in. De deuren sluiten. De bus rijdt weg.
We moeten wachten op de volgende.

Gelukkig is die er al snel. We stappen in. De rij achter mij heeft aardig aangejongd, dus ook deze bus loopt helemaal vol. Een stevige vrouw van eind veertig, begin vijftig, gooit snel haar fiets in het rek, zet 'm op slot en al vragend of dit de bus is naar het volgende station, rent ze naar de deur. Ze kan er nog net aan in. Zodra ze is ingestapt, sluit de chauffeur de deuren en geeft gas. There we go, up to Wormerveer.

Ze zit achter mij, de vrouw en zo te horen zit ze naast een goeie kennis, want ze raken meteen in gesprek. Een andere vrouw, rechts van het gangpad, draait zich naar haar toe en zegt: 'Hey, wat goed dat je er weer bent. Een goed nieuwjaar. Ik wens je echt het allerbeste toe. Volhouden, he?' 'Dankjewel', lacht de vrouw achter mij, 'dat gaat zeker lukken hoor.'

De kennis vraagt hoe het nu met haar gaat. En ze vertelt. Over het knobbeltje in haar borst, dat gelukkig op tijd werd ontdekt. Dat verwijderd werd begin november. En over de bestraling daarna. Dat ze  drie keer per week naar het ziekenhuis moest, naar radiologie. En dat dat bestralen maar heel kort duurt. Dat ze had verwacht dat het elke keer wel een kwartier of een half uur zou duren. 'Ben je gek, joh', had een vriendin gezegd. 'Als ze je zo lang bestralen, ben je meteen gebarbecued.' Ze lacht hard om haar eigen grapje.

'Ik slik nu nog pillen. Hormoonpillen. Dat gaat best wel goed, ik word er niet ziek van, gelukkig. En ik ga deze week weer beginnen met sporten. Laat ik nou eens goed voor mezelf zorgen, na al deze ellende. Goed voor mijn gezondheid zorgen.'
De kennis humt. 'Donderdag ga ik fitnessen en naar yoga. Zaterdag heb ik een nieuw sportpakje gekocht. Ik had nog wel wat, maar he, ik wilde iets nieuws.'
De kennis humt weer. De vrouw praat verder.

'Zeg, denk je wel om je rust', vraagt hij ineens. 'Loop je niet te hard van stapel? Denk goed om jezelf, hoor. Je hebt een beste optater gehad, toch?' 'Jawel', zegt de vrouw, 'maar ik wil gewoon weer normale, leuke dingen doen. Daarom ga ik nu ook meteen weer aan de slag. Ik begin met halve dagen. Moet nog wel naar de bedrijfsarts. Ik heb 'm gebeld, hij klinkt wel goed maar ik had de indruk dat hij geen idee had wat er met mij aan de hand is. De beste man. Afijn, laat mij maar weer lekker mijn gang gaan, hoor.'

Ze klinkt blij en verdrietig tegelijk. Dat kun je horen, aan iemands stem. Emoties die elkaar tegen spreken. Ik voel het aan mezelf, wat zij voelt. Ik voel het aan mijn keel.

We zijn er. Station Wormerveer. Allemaal stappen we uit de bus en lopen naar de Sprinter. Ik zie een kennisje achter het raam zitten en ga naar haar toe. Begroet haar enthousiast. We raken direct aan de praat. De vrouw zie ik niet meer.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten