vrijdag 1 december 2017

NOG NIET

Afgelopen zomer mailde een vriend van je. Dat het goed met je gaat, dat je terug bent in Nederland na een paar jaar Frankrijk.  Dat hij van je houdt, schreef hij. Je bent belangrijk voor hem.
Je vriend heeft met mij en je vader te doen.  'Het moet vreselijk voor jullie zijn, daarom heb ik gevraagd of het goed is dat ik jullie schrijf.'  Je vond het goed.
Je woont alleen, zoon, in een huis in een dorpje. Dat schreef je vriend. Geen elektra, geen stroom, geen internet. Geen telefoon. Niks wat straling geeft. Want daar word je ziek van, van straling. Daardoor kun je niet veel anders dan in en rond je huis verblijven.  Overal daarbuiten is straling, namelijk. Daarom wordt er voor jou gezorgd. Door de vriend, zijn vrouw en door hun familie. Zoals ik eerst voor jou zorgde, samen met je vader, zo zorgen zij nu voor jou.
'Ga hem maar niet zoeken, Venus,' schreef de vriend.'  'Hij wil je niet zien. Jullie alle twee niet. Nog niet.'
Nog niet. Nog. Niet.
Ik wacht op je zoon.
We wachten op je.
In liefde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten