zondag 22 december 2019

HONGKONG 2

Midden in de nacht word ik wakker. Ik denk dat het ochtend is, rek me uit en kijk op mijn phone. Twee uur?! Typisch jetlag. 'Tijd om wakker te worden', zegt mijn bio ritme.
Ik reken uit dat ik hooguit vijf uurtjes geslapen heb. En dat ik er nog zo'n vier a vijf heb te gaan. Oeps, hoe moet dat als je helemaal niet meer slaperig bent. Maar je nog wel moe voelt?

Naast mij ronkt de man, maar door mijn gerommel -  ik kijk op mijn phone, ga even plassen en dat soort dingen -  wordt ook hij wakker. Het is inmiddels tegen drie uur. 'Nou, laten we maar aanvaarden dan dat dit onze nachtrust was', zegt hij. We snoepen nog maar een paar candy's uit Noord-Oost China (heerlijk) en drinken onze flesjes water leeg. Ik app de zoon dat we morgen misschien een uurtje later opgehaald mogen worden, vanwege onze rare nacht. Hij appt terug dat hij nog niet eens sliep. Dat stelt gerust. Het wordt morgenochtend in elk geval geen vroegertje.

Ergens is het toch goed gekomen, met onze slaap. Rond acht uur Hongkonese tijd worden we namelijk opnieuw wakker. Ik app de zoon nog eens, dit keer met de vraag of hij niet om 9 uur, maar om 10 uur wil komen, dan kunnen we rustig wakker worden. 'Geen probleem, mam', appt hij terug.
We douchen en trekken makkelijke kleren aan, want onze kinders nemen ons mee uit wandelen vandaag. We gaan naar het park aan de voet van de Lion Rock.

Half 11 vertrekken we met zijn viertjes. We duiken in het metrostation tegenover ons hotel en belanden in een ondergrondse wereld die ik niet had voorzien. Overdonderd kijk ik om me heen. Dit is geen station, dit is gewoon een ondergrondse stad. Vol met winkels, kiosken en andere handel en met een heel eigen stratenpatroon.

Koen koopt twee subway-kaarten voor ons, zodat ook wij als echte Hongkonesen kunnen reizen.
Na een overstap rijden we naar de woonwijk, waar hij in 2012 en 2013 woonde. Het ligt bij  het park waar we gaan wandelen. Het ziet er mooi uit: die hoge torenflats omringd door een jungle met op de achtergrond die grote berg: de Lion Rock.

Eerst kuieren we wat door de buurt en bekijken de Wong Tai Shin Temple, waar net een bijzonder ritueel plaatsvindt. We horen gongs binnen en daarna trekt een stoet van zo'n dertig man in felgroene gewaden naar buiten via de zijdeur, loopt een rondje om de tempel en gaat door de voordeur weer naar binnen. De tempel-bezoekers zijn echter meer geïnteresseerd in een aantal beelden dat buiten staat. Een daarvan is een grote leeuw, die zijn rechtervoorpoot op een bal houdt. De mensen strelen zijn poot en tenen.
Mijn kinders zijn niet zo onder de indruk van het gebeuren. Weten - net als ik - niet goed wat voor soort religie dit nu is. Bijgeloof, vinden ze het. Vermengd met een flinke snuf Boeddhisme. Het ziet er hoe dan ook wel mooi uit, vind ik.

Hierna wandelen we naar het park. Een echt tropisch park is het. Met metershoge rubberbomen en allerlei planten die je bij ons alleen in de betere plantenzaken koopt, maar dan een maatje groter.
Er is van alles te doen, je kunt er sporten, barbecuen, kinderen kunnen er lekker spelen en er zijn aapjes, van die brutale opdonders die het eten uit je handen pikken.

Maar eerst gaan we even bergopwaarts, de wandeling maken die Koen vroeger bijna dagelijks maakte. 'Een paar kilometertjes slechts, mam.'  Ja, ja... al snel begrijp ik hoe de vork in de steel steekt. Het blijkt een hele klim over rotsen en versleten stenen traptreden. Super steil omhoog. Deze stevige Hollandse dame heeft het er maar moeilijk mee. Koen en Yuan, jong en slank, niet. De man lukt het ook heel aardig, hij sport veel. Ze mogen regelmatig even op mijn verzoek uitrusten. Wat ze heel lief doen. Dan kan ik meteen op mijn gemakje die bijzondere altaartjes bewonderen, die her en der tussen de bomen staan. Zo mooi, grappig en mysterieus. Beelden en beeldjes naast elkaar, wierookhoudertjes. Zomaar, op van die plekken dat je denkt: waarom hier?

Na ruim een uur zijn we boven, op een plateau met een prieel en bankjes. We genieten van het uitzicht, ook al is het wat mistig, we zien dat we enorm hoog zijn, want we kijken uit op de daken van de torenflats, ver onder ons.
Om ons heen allemaal sportievelingen die voor hun lol deze klim maken op hun vrije zondag. Super slanke, tanige Hongkonezen, in sportieve pakjes. Ze gaan boven nog wat stretchen of zich optrekken aan een grote tak. Twintig keer. De prachtige kindertjes rennen vrolijk en onvermoeibaar rond. Ik ben blij dat ik zit.

Daarna mogen we dezelfde route terug. Een kleine 2 kilometer neerwaarts, oei, die knieën, die heupen... Maar dat gaat wel even wat sneller dan naar boven. We belanden in het park, kuieren nog wat langs de barbecue plek, heel gezellig, het zit er vol families en een groep kwetterende Filipijnse mooie meisjes, die hun vrije zondag in het park vieren. Wat een levendig gebeuren! Echt heerlijk om te zien. Achter de BBQ plaats klimmen de aapjes over het hek om te kijken of er nog iets te bikken valt voor ze. De bezoekers proberen ze met stokken uit de bomen te verjagen. Ik begrijp dat wel, ze poepen anders zo op hun vers gebraden kippetjes.

We kuieren weer terug naar de woonwijk en eten een hapje bij een 7-eleven in een klein winkelcentrum. Daarna gaan we een Hongkonese 'mercado' in, de Food Stop. Die hadden Koen en Yuan al eens eerder ontdekt en aangezien wij dol op markten zijn, vinden ze dat we er echt even in moeten.
Binnen gekomen worden we overvallen door de gezellige drukte en door al dat heerlijke, verse eten en de luchtjes. De vruchten zijn mooi uitgestald en opgestapeld net als alle groente, vlees, thee, hot pot hapjes, kruiden, specerijen. Er zijn eettentjes waar je noedels kunt slurpen.
We eindigen bij de vishal annex kippenslachterij. Achter ons zitten fraaie dikke, kippenmeiden in hokken te wachten tot ze uitverkoren worden. Om te worden geslacht welteverstaan, in het hokje ernaast. Hun voorgangsters hangen er al te bungelen aan haken.
Voor ons staan talloze bakken water vol levende vissen, garnalen en krabben. Ook zij wachten op hun dood. Sommige visjes worden alvast op een plateau gelegd, waar ze amechtig naar lucht happen en spastische salto's maken.  Het is eigenijk pure horror, maar we blijven alle vier gefascineerd kijken. Heel bijzonder.
Pas als ik zeg dat het nu wel eens tijd wordt om te gaan, vertrekken we.

Lopend tussen enorm hoge torenflats door, belanden we weer bij de metro vlakbij de tempel. We rijden terug naar ons district. Koen en Yuan stappen uit in Jordan, wij een halte verder en via de ondergrondse stad, belanden we bij de juiste uitgang en staan ineens weer voor ons hotel.

We duiken meteen onder de douche en trekken schone kleren aan. De sportieve dag was fantastisch, maar er hangt wel een luchtje aan onze shirtjes. En mijn knieën doen best een beetje zeer, evenals de spieren in mijn billen. Mijn God nogantoe.

De man en ik eten in de buurt nog een hapje, we hebben stevige trek. Hij neemt een noedelsoepje en gooit er weer eens zoveel sambal in, dat hij er bijna in blijft, zo spicey. Met een vuurrood hoofd en uitpuilende ogen, geniet hij van zijn eten. Ik heb lol om zijn capriolen, eet een simpel stukje kip met witte rijst en drink van mijn ijskoude melkthee (sterke Pu-er met melk en ijsklontjes).

Daarna maken we nog even een verfrissende wandeling door de buurt, waarbij we natuurlijk ook wat plaatjes schieten van al die neonverlichte straten en al dat grote stads-leven op straat.
En echt, daarna is het over en uit.
We zijn moe.
We donderen op bed en slapen, ik bedoel, de man gaat slapen. Ik niet, ik schrijf nog even snel dit stukje.

Het was weer een mooie dag in Hongkong.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten